ochtend in de kruiwagen waar een paar centime ter regenwater in stond. Je vraagt je wel af, hoe komt zo'n kever daar nu in terecht. De gids geeft daarvoor een oplossing, "vliegt goed en komt 's avonds nogal eens op licht af Kennelijk was onze vlieger dusdanig vermoeid dat een in zacht kaarslicht glanzend plasje van enkele tientallen vierkante centimeters reeds voldoende aantrek kingskracht bezat om omlaag te plonzen. -Voor andere insekten die ik al kende bood de gids soms aanvullende informatie. De Veenmol, een sprinkhaan die ondergronds is gegaan, was dit voorjaar talrijker dan anders in mijn moestuin. Zeer tot mijn ergernis werden keer op keer to matenplanten, rijen boontjes, witlof, knolvenkel en aardappels omgeknaagd. Enkele malen kreeg ik er eentje te pakken en konden ze eens beter be keken worden: altijd een beetje griezelen bij deze monsterinsekten. Ze blijken toch nog te kunnen vliegen "op warme avonden" vermeldt de gids en 's avonds laten ze bij de ingang van het holletje een zacht snorrend geluid horen". De mannetjes doen dit om de vrouwtjes te lokken. Toen ik op een avond ging luisteren was het kenmerkende gesnor gelukkig alleen in de tuin van de buurman te horen. Vroeger was er wel eens een kat die al tijd Veenmollen ving, ondanks deze eiwitrijke voeding was dat beest zo mager als een lat. Onze kat denkt aan brokjes, is vet en ziet de moestuin als een wat groot uitgevallen kattebak, zodat de gevoelens ten aanzien van veenmollen en "Bas- sie" soms weinig van elkaar verschillen. -Een ander insekt dat ik al kende en dat door zijn od-ite/vleugels (opgerolaj Tekening: Kees de Kraker. grootte (4 cm) een niet te vergeten indruk had achtergelaten was de Julikever, een insekt uit de groep van de Meikeverachtigen. Hoewel Meike vers tegenwoordig weer wat talrijker schijnen te zijn,heb ikze nog niet gezien. Julikevers zag ik en kele malen in Burgh. In juli vonden de kinderen er eentje op de stoep aan de straatkant.Telkens wan neer j e de kever vastpakte of aanraakte dook deze in elkaar en liet dan een verrassend, piepend ge luidje horen. Ze leven in dennenbos, voorname lijk op kustduinen, vermeldt de gids, terwijl de larve aan de wortels van grassen en zeggen leeft. Het Domaniale (dennen)bos was dus de oorzaak van het voorkomen van deze kever in onze omge ving. Julikever. Foto: Kees de Kraker. 56

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1995 | | pagina 26