Botulisme
Verrassend en verheugend waren de weinige bo-
tulismeslachtoffers. Dat was in 1976, een zomer
met vergelijkbare omstandigheden, wel anders
(Ouweneel 1977): in juli/augustus iedere excursie
een paar zakken vol. Onder de slachtoffers waren
toen zelfs Krombekstrandlopers, een soort die
thans eind juli nog steeds acte de présence geeft.
Met hoeveel procent zal de recreatievaart op het
Haringvliet en het autoverkeer op de Volkerak-
dam tussen 1976-1995 niet zijn toegenomen? On
getwijfeld aanzienlijk. Desondanks bleef de
Vpl/Hpl een vogeldorado. Enig vertrouwen dat dit
de volgende twintig jaar zo zal blijven is best ge
rechtvaardigd. Mede ook dankzij Staatsbosbe
heer, de beherende instantie, die ondanks alles wat
haar vanuit Den Haag is aangedaan, haar mensen
gemotiveerd en in het veld houdt. Ook dat moet
blijven.
Literatuur
Lammers.I. 1995. Niet vechten legen windmolens. Vogels 4-1995:
25-27.
Meininger P.L. van SwelmN.D. 1994.Brandganzen Brcmta
leucopsis als broedvogel in het Deltagebied. Limosa 67:1-5.
Meininger P.L. 1995. Little Gulls breeding in south-western
Netherlands. Dutch Birding 17:152-153.
Ouweneel,G.L. 1977.Ventjagersplaat, zomer 1976. De Leven-
deNatuur 80:91-95.
Ouweneel, G.L. 1988. De betekenis van de Ventjagersplaat als
ruigebied voor watervogels. Sterna 33:8-11.
Kluut. Foto: Gerard Ouweneel.
76