In vergelijking met 1982-84 werd tijdens het onderzoek minder Paling met de boomkor gevangen, voor bepaling van het
bestand was de gebruikte methode echter niet geschikt. Boven: palingvisser BRU-20. Foto:Kees de Kraker.
blijfstijd van overwinterende Futen is de laatste
jaren sterk toegenomen, terwijl de Geoorde Fuut
en de Middelste Zaagbek eveneens verder toena
men. De Aalscholver vertoonde een wisselend
beeld (Figuur 2).
Van de pelagische vissen was de Sprot het beste
vertegenwoordigd, Haring en Koornaarvis volg
den op grote afstand. Het merendeel van deze vis
sen bestond uit O-jarige exemplaren, die als vislarve
in het voorjaar door de Brouwerssluis zijn binnen
gekomen. De gemiddelde lengte van de nuljaar-
klasse bedroeg voor Sprot, Haring en Koornaarvis
resp. 7,5,11 en 7 cm. Oudere exemplaren werden
maar weinig aangetroffen. De jonge exemplaren
trekken in het koudere jaargetijde grotendeels
naar zee, voor zover ze tenminste niet door vogels
(of vissen) gepredeerd worden. Eenzelfde verhaal
gaat ook op voor de platvissen, waarvan eveneens
voornamelijk nuljarige exemplaren werden aan
getroffen. Dit betekent dat het Grevelingenmeer
voor platvis (voornamelijk Schol) en pelagische
vissen een interessant intrekgebied lijkt te zijn, het
gebied vervult een soort kinderkamerfunctie.
Het Dikkopje.een kleine grondelsoort, was met
72942 ex. de meest gevangen vis tijdens het onder
zoek. Per hectare kunnen soms wel 10.000 Dikkop-
jes voorkomen, maar met een gemiddelde lengte
Tabel 2. Globale samenstelling visbiomassa in de Greve-
lingen in augustus 1994
groep
vissoort
berekend
range
pelagische vissen
Sprot
80 ton
43-148ton
Haring
12 ton
5-23 ton
Koornaarvis
9 ton
4-22 ton
grondels
Brakwatergrondel
0,6 ton*
0,4-0,9 ton
Dikkopje
16 ton
10-22 ton
Zwarte grondel
12 ton
8 -17 ton
platvissen
Schol
12 ton
4-40 ton
Bot
17 ton**
-
Schar
te verwaarlozen
Tong
<2 ton
-
Griet
te verwaarlozen
Tarbot
te verwaarlozen
overigen
Paling
onbekend
-
rest
te verwaarlozen?
1 In de zone 0 - 0,6 m kwam in 1982 ca. 98% van het aan
tal Brakwatergrondels voor, de totale biomassa be
droeg toen ca. 24 ton - deze zone is nu niet bemon
sterd.
Deze berekening is gebaseerd op de vangst van
slechts 36 ex. en geeft niet meer dan een ruwe indica
tie.
81