Codium fragile en een soort Vederwier Bryopsis
hypnoides. Op wat dieper gelegen muiltjesbanken
blijft Viltwier present (soms in hoge dichtheden)
en neemt de bedekking met roodwieren toe. Onder
de 3 a 4 m verschijnen ook sponzen en zakpijpen,
die op die diepte waarschijnlijk minder concurren
tie van de wieren te duchten hebben.
Vooral op de muiltjesbanken bleken nogal wat
roodwiersoorten te groeien die in 1982-84 nog niet
in de Grevelingen voorkwamen of erg zeldzaam
waren. Verder verschenen sindsdien nog een aan
tal bruinwieren o.a. de opvallende blaasvormige
Oesterdief Colpomenia peregrina en het vaak
darmvormige Scytosiphon lomentaria. Een nieuw
groenwier is het symetrisch vertakte Vederwier
Bryopsis plumosa. Naast de vrijwel overal aanwe
zige Strandkrab verscheen de Gewimperde zwem-
krab Liocarcinus arcuatusdie momenteel in het
westelijk deel van het meer bijna even algemeen is
als de Strandkrab. Zo zijn er nog verschillende
soorten te noemen die zich sinds 1982-84 in de Gre
velingen gevestigd hebben of opvallend talrijker
werden.
Tn verhouding waren slechts weinig soorten uit
1982-84 in 1994 afwezig op de onderzochte transec-
ten. Daarbij gaat het vooral om enkele roodwieren
(voornamelijk Polysyphonia spec.), Strandgaper
en Wulk. De laatste soort is gevoelig voor vervui
ling door Try butyltineen stof die voorkwam in de
anti-aangroeimiddelen die op boten worden ge
smeerd. In de Grevelingen bleken de hoogste con
centraties van deze stof in Nederland voor te
komen. Met het nagenoeg verdwijnen van de zee
grasvelden is het daarmee geassocieerde Draad
wier Chaetomorpha linum ook sterk achteruit ge
gaan. Het beruchte giftige Kruiskwalletje
Gonionemus vertens dat in de zeegrasvelden te vin
den was,zal ook wel verdwenen zijn.
Bij de aanbevelingen wordt ondermeer de sug
gestie gedaan om eens een proef te nemen met een
gewijzigde openstelling van de Brouwerssluis,
waarbij de biologische uitwisseling wordt bevor
derd zonder dat er sprake is van een toename van
stratificatie -effecten.
Literatuur
T.J. Boudewijn, S. Dirksen J. van der Winden. 1994, De
voedselkeuze van Aalscholvers in de Grevelingen in het seizoen
1993-1994. Rapport nr. 94.35, Bureau Waardenburg/IKC-NBLF.
A.J.M. Meijer. 1995, Bestandsopname visfauna Grevelingen-
meer, augustus/september 1994. Rapport nr. 95.18.Bureau Waar
denburg RWS. Directie Zeeland.
G.W.N.M.van Moorsel J. Begeman. 1995. Inventarisatie
onderwater-levensgemeenschappen op 16 transecten in het Grc-
velingenmeer in 1994 in vergelijking met 1982-84. Rapport nr.
95.11Bureau Waardenburg RWS, Directie Zeeland.
Het boekje van J. Visser: "Het Grevelingenmeer natuurlij k inge
richt", is verkrijgbaar inde boekhandel (ISBN 90-369-1142-7) en
bij het voorlichtingcentrum van hel Natuur en recreatieschap
De Grevelingen. De Punt 4, 3253 MC Ouddorp (Tel. 0187-
682376).
Aanspoelsel met ondermeer de veel voorkomende wieren: Vingerwier, Zeesla, Japans bessenwier en Iers mos.
Foto: Kees de Kraker.