Exoten Opmerkelijk dat nu begrippen "natuurontwik keling" en "nieuwe natuur" alom worden gecele breerd, nog geen kritische geluiden te beluisteren vielen over het feit dat vooral exoten zich in die nieuwe natuur thuis lijken te voelen. Althans, uit kijkend over de Hellegatsplaten en ook over de kunstmatige archipel vóór de Philipsdam. valt zulks niet langer te verontachtzamen. Paartjes Nijl ganzen. Zwarte Zwanen, Streepkopganzen. Cana daganzen, verschillende soorten flamingo's.... zijn we nu in de Delta of in Avifauna Alphen a/d Rijn. Ook BrandganzenZomer 1995 had het gezelschap op de Hellegatsplaten na afloop van het broedsei- zoen al een omvang van zestig vogels, tot dusver ie dere zomer een verdubbeling. Aangenomen wordt dat de thans in dit land broedende Brandganzen van vogels uit waterwildcollecties stammen (Mei- ninger c.s. 1994). Zodat ingevolge een al in 1978 doorde Nederlandse Sectie van de ICBPgenomen besluit, tegen de exoot Brandgans als broedvogel, zou moeten worden opgetreden. Vervelend is bo vendien dat de op en rond de Hellegatsplaten broedende Brandganzen lijken te bastaarderen. Maar het al of niet aanvaarden van exoten is anno 1995 een discussie die lijdt aan illusies. Want aan ieder die in Zeeland en daarbuiten in het veld actief is, wordt in volle omvang duidelijk dat het beleid "optreden tegen exoten" is mislukt, wellicht nooit van de grond kwam. Schrijver vindt dat jammer maar is hypocriet. Want toen ik voorjaar 1995 op de Hellegatsplaten op een broedende Brandgans liep. had ik het hart niet de idylle te verstoren. Ik ken trouwens meer vogelaars die worstelen met het ge wetensconflict ratio versus emoties. Hoe zullen de Hellegatsplaten er uit zien over tien jaar, over vijfentwintig jaar, over honderd jaar? Het landschap van nu oogst bewondering van de passant: water, openheid, wat verspreide nog lage boomgroepen en natuurlijk de rondzwerven de Heckrunderen en Fjordenpaarden die bij de toeschouwer een illusie wekken van vrijheid.... Staatsbosbeheer doet er goed aan attent te blijven op handhaving van vrij uitzicht over de platen door het, uit de vroegere veek langs de parallelweg op gekomen, bomenscherm kort te houden. Een breed publiek kan dan volgen waarmee de organi satie in de weer is en dat werkt goodwillverhogend, mits er natuurlijk een beheersresultaat uit de bus blijft komen dat de huidige grootsheid van het landschap prolongeert. Zal dit gebeuren? Zolang op de centrale platen een lage zeekraalbegroeiing manifest blijft, handhaven de Hellegatsplaten hun openheid. Zowel vogels als grazers concentreren zich in hoge mate op de zeekraalarealen, waardoor er duidelijk een belangenconflict bestaat tussen grazers en broedende steltlopers: veel legsels wor den vertrapt. Anders zijn de ontwikkelingen op het tegen Overflakkee liggende westelijke deel. Na het droogvallen van de Hellegatsplaten april 1987 begon de vegetatie zich hier krachtig te ontwikke len. Zomer 1991 kwam men tot inschalen van de eerste vijf Fjordenpaarden. Waarna het aantal gra zers in vier jaar uitgroeide tot 34 merries en 25 veu lens, alsmede 50 Heckrunderen in augustus 1995 Acht jaar na de sluiting van het Krammer-Volkerak met als gevolg het definitief droogkomen van de Hellegatsplalen, valt hier te genieten van dit on-Nederlandse tafereel. Foto: Gerard Ouweneel. "V

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1995 | | pagina 6