Ruiende Grauwe Ganzen Ventjagersgaatje juni 1995. Op de achtergrond Tiengemeten. Foto: Gerard Ouweneel.
De in 1993 begonnen aanleg van nieuwe en/of
verlenging van bestaande strekdammen, ver
minderde de oppervlakte van de wij dse open struc
tuur van het Ventjagersgaatje. Deze openheid is
voor ruiende watervogels een cruciale voorwaar
de. Om voor voedsel bij oevervegetatie te komen,
moeten de ruiende, het vliegvermogen missende
Grauwe Ganzen nu over een strekdam klauteren.
Voorts worden de omstandigheden op het Ezel-
Tabel 2. Aantalverloop Lepelaars (gehele platencom-
plex) en Grutto's (alleen vanuit kijkhut) zomer 1995 na
afloop broedseizoen.
datum Lepelaar Grutto
20-6
16
300
24-6
30
560
1-7
45
550
8-7
145
900
12-7
175
600
25-7
285
275
29,-7
225
150
2-8
200
150
5-8
125
300
8-8
130
100
13-8
125
300
19-8
100
100
23-8
200
225
31-8
55
-
2-9
41
20
17-9
47
-
23-9
30
10
gors, het terrein waarvan ze voor voedsel het meest
afhankelijk zijn, steeds minder gunstig. Aanvang
juni reeds staan allerlei kruiden er dicht opeen
kniehoog, zodat van het begrip "grasgors" geen
sprake is. Op het Rijkswaterstaatprogranrma staat
nog een uitbreiding van de Ventjagersplaat, ten
koste van open water.Twijfels of grote ruiende wa
tervogels als Knobbelzwaan en Grauwe Gans dit
zullen slikken. Want de gang van zaken zomer 1995
vóór Oude Tonge in het Krammer-Volkerak stemt
niet tot optimisme. Parallel aan de aanleg van een
archipel ten koste van open water, nam daar het
aantal ruiende Knobbelzwanen ten opzichte van
1994 met 65% af.
Tabel 2 geeft de na afloop van het broedseizoen
getelde aantallen Lepelaars en Grutto's. Het telre
sultaat zal, zeker voor wat de Grutto betreft, beïn
vloed zijn door de waterstand. N iettemin is de func
tie van de Ventjagersplaat alsruigebied voor beide
soorten evident. De hut biedt een prima gelegen
heid om het broedsucces van de Grutto vast te stel
len. Zomer 1995 betrof dit bijna 15%.
Visarend
Begrip voor de naamkeuze van de vogelkijkhut
want wellicht geen plaats in Nederland waar in de
nazomer met meer zekerheid valt te genieten van
Visarenden. Na enkele passanten verscheen, tame
lijk laat,de eerste tijdelijke resident op 16 augustus.
Vier dagen later vier en op 2 september drie; de
laatste vogel van het seizoen werd gemeld op 24
74