dens de brakwaterperiode met een tijverschil van
bijna twee meter, deden Kemphanen de Ventja
gersplaat ook aan. Zwarts (1974) stelde tijdens zijn
vijfjarig onderzoek de soort alleen tussen eind-mei
en eind-oktober vast met een maximum in juli dat
uitkwam tussen 200 en 600 vogels, waarbij echter
opmerkelijke verschillen tussen onderlinge jaren:
in 1966 tot half-oktober 550 vogels maar in 1968 tij
dens de nazomer vrijwel niet.
Tabel 1. Jaarlijks maximum aantal Kemphanen op de
Ventjagersplaat over tijdvak 1969-1995
jaar
datum
aantal
jaar
datum
aantal
1969
2-7
300
1983
23-7
100
1970
27-6
300
1984
1971
11-9
3000
1985
13-7
40
1972
6-7
900
1986
16-7
200
1973
9-8
1000
1987
1974
31-8
250
1988
14-8
30
1975
5-7
300
1989
26-7
400
1976
25-7
900
1990
14-8
200
1977
10-7
450
1991
11-8
575
1978
29-7
900
1992
4-7
60
1979
31-7
450
1993
19-8
200
1980
12-7
300
1994
16-7
900
1981
20-6
100
1995
5-8
300
1982
10-7
600
Tabel 2. Aantal verloop Kemphanen Ventj agersplaat
1992-1995
jaar juni
juli
augustus
3
1
2
3
1
2 3
1992
25
60
30
50
35
40
1993
50
lOen
30 200 lOen
1994
-
40
900+
400
1995
5 225
20
20
300 175
1 periode le tot en met 10e van de maand
2 periode 1 le tot en met 20e van de maand
3 - periode 21e tot en met 30/31e van de maand
Uit beide tabellen blijkt dat de grilligheid ten
aanzien van aantal, tijdstip aantalpiek en tijdsduur
verblijf, na de sluiting van het haringvliet manifest
bleef. Al te grote waarde moeten we overigens niet
geven aan de in de tabellen opgevoerde aantallen.
Met uitzondering van zomer 1971 en 1976, toen au
teur gelegenheid kreeg enkele malen de grote
plaat te bezoeken, hebben alle cijfers betrekking
op Kemphanen geteld vanaf de Volkerakdam
(Hellegatsdam). Tenzij het troepjes vliegende
Kemphanen betrof die met scherp zicht nog wel
zijn te identificeren, mag worden aangenomen dat,
ook bij gebruik telescoop, vanaf de Volkerakdam
op de grote plaat in de weer zijnde Kemphanen ons
kunnen ontgaan. Na doorgroei van de vegetatie op
de strook langs de noordkant Volkerakdam, werd
meestal geteld vanaf de positie waar nu vogelkijk-
hut "De Visarend" vogelaars van dienst is. Deze
standplaats bood en biedt prima zicht op het "bij
eb" uitgestrekte slik ten oosten van de dwarsdam.
Dit slik kalfde overigens na 1970 allengs weg zodat
we ons kunnen afvragen of de geleidelijke afname
fourageeroppervlakte leidde tot de aantaldaling
ruwweg na 1980.
Nog andere factoren manen tot voorbehoud. De
waarneemintensiteit lag niet regelmatig gespreid
maar vertoont gapingen, zodat vrijwel zeker aan
zienlijke gezelschappen werden gemist. Dan ook is
"bij hoogwater" het bewuste slik grotendeels geï
nundeerd en zijn de Kemphanen elders; tijdens re-
genrijke zomers met grote opperwaterafvoeren
en/of afwijkend spuiregiem haringvlietsluizen,
bleven de slikken en de eigenlijke pl aat voor lange
re tijd grotendeels geïnundeerd en pakten de
Kemphanen (en andere soorten) de biezen. Zomer
1971 verschenen enorme aantallen op de Ventja
gersplaat en slikken ten noorden van de Volkerak
dam. Op 12 juni waren er al 40 enop26 juni275.De
concentratie nam snel in omvang toe tot ca. 2000 op
18 augustus en tot 3000 op 11 september.
Rui
Na 1971, de eerste zomer na de sluiting van het
Haringvliet, heb ik nooit meer zo langdurig zulke
hoge aantallen Kemphanen op de Ventjagersplaat
waargenomen. De nog grote instabiliteit van het
milieu speelde toen mogelijkerwijs een rol (Lebret
1974)Cramp 1983) gaat uitvoerig in op de rui: de
eerste mannetjes verliezen hun tooi al vanaf begin-
juni, waarna de ruicyclus doorgaat tot half-septem-
ber. Dat de mannetjes tenminste vier weken eerder
aanvangen met de najaarstrek,is op de Ventjagers-
plaat goed vast te stellen: tussen de 350 exemplaren
ter plekke op 3 juli 1976 viel geen wijfje te bespeu
ren en dezelfde ervaring met de 450 vogels van 10
juli 1977.
Maar voorlopig zijn er nog wel een paar kemp
haankwesties. Waarom het ene jaar talrijk en dan
weer weinig Willen ze in beginsel op de Ventja
gersplaat ruien maar breken ze weer op indien de
situatie naar hun smaak er op achteruitgaat Dat
doen ze niet op bijvoorbeeld de Workumerwaard
in Friesland, waar we steevast half-augustus
honderden druk op de schrale graslanden fourage-
rende Kemphanen aantreffen. En waarom zagen
we zo'n 40 jaar geleden 's winters regelmatiger
Kemphanen dan tegenwoordig
10