Korte Bijdragen Economisch nestgebruik Het begon allemaal medio juni 1994, toen een boerenzwaluwenpaar mijn huis in het park Sal- vatorhoeve in Ouwerkerk had uitverkoren om een nieuwe generatie het licht te doen zien. Het overstekend dak op het zuiden was blijkbaar de aangewezen lokatie voor het bouwen van een nest. Het resultaat was dan ook, dat begin augustus 5 wolken van jonge boerenzwaluwen het luchtruim kozen. Het nest hield ik intact, omdat ik wist, dat het ou derpaar daar het volgend jaar misschien op terug komt. Sinds enkele jaren zijn ook twee winterkoning paren rondom mijn huis actief in het voortbrengen van nageslacht. Zeker vijf nesten heb ik sinds 1993 zien uitvliegen. Voorjaar 1995 (de zwaluwen waren nog niet terug van hun Afrika-reis) werd het zwaluwnest door een winterkoningpaar gekraakt en met bla deren dichtgebouwd. En jawel hoor,eind mei vloog het zoveelste nest winterkoninkjes uit. Omdat ik toch wel veel prijs stelde op terugkeer van het zwa luwpaar heb ik vervolgens het nest in zijn oor spronkelijke staat teruggebracht. Ik was aange naam verrast, toen medio juni 1995 opnieuw het zwaluwenpaar zich meldde en na enkele nood zakelijke reparaties aan het broeden sloeg. Helaas hebben de jongen het niet gered. De zomer was vermoedelijk te heet. Op een kwade dag lagen er drie dode jongen buiten het nest en een on bevrucht eitje erin. Maar nu komt het Januari 1996 tijdens de strenge vorstperiode zag ik,dat nazonsonderganghet zwaluwnest als schuil plaats werd gebruikt door winterkoninkjes. Hoeveel? Regelmatig richtte ik mijn zaklantaarn op het nest. Waren het ervier? Of zes? Of acht? Doordat het nest dicht bij de voordeur zit, wer den de vogeltjes nogal eens opgeschrikt en vlogen dan weg. Dankzij een grote tuinlamp vonden ze vervolgens hun weg naar "de schuilhut" probleem loos terug. Landend tegen de muur kropen ze weer vliegensvlug naar hun holletje. Op die manier kon ik van dichtbij het verloop goed volgen en een cor recte telling uitvoeren. Frappant daarbij was, dat voor enkelen mijn hoofd als tussenlandingsplaats fungeerde. Foto. J. D. Plaisier. Wat ik nu ga vertellen gelooft u niet. Het zwaluw nestje heeft gedurende de strenge vorst in januari voor niet minder dan 24 winterkoninkjes tegelijk, als nachtverblijf gediend. De beestjes zaten in ro zetten op elkaar tussen nest en overstekend dak, keurig met de kontjes naar buiten gericht. Ik had dit niet voor mogelijk gehouden en ben dan ook blij,dat ik er met behulp van de flits enkele redelijk geslaagde foto's van heb kunnen maken. De vraag die mij bezig houdt is, hoe dit fenomeen kan wor den verklaard. Ik dacht dat winterkoninkjes soli tair gedrag vertonen. In het broedseizoen zijn het fanatieke territorium verdedigers. En nu 24 winterkoninkjes die zonder een kik te geven stuk voor stuk hun stekje opzoeken, maar dan wel als haringen in een ton. Gewoon stapelen. Hoe krijgen ze elkaar gevonden en hoe wordt zo'n samenwoningsplannetje gesmeed? En dan ook nog in een gekraakte woning! J. D. Plaisier Het gezamenlijk overnachten van Winterkoninkjes is een verschijnsel dat ook wel van andere kleine vogels,b.v. Boom- kruipers, bekend is. Kleine vogels bezitten een relatief groot lichaamsoppervlak waardoor ze sneller afkoelen dan gro tere vogels. Door tegen elkaar aan te kruipen ti jdens koude nachten kunnen ze zich wat beter warm houden. Ze gebrui ken daarvoor allerlei gelegenheden zoals nestkasten, boomholten, oude nesten, beschutte hoekjes enz. Desondanks komen Winterkoninkjes door voedselschaarste vaak energie te kort om zich bij langdurige winterkou voldoende op temperatuur te houden. Grote aantallen leggen in koude winters het loodje. Hoe het Winterkoninkje dan aan zijn naam komt kunnen we lezen in het sprookje van Anderson Redac tie). 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1996 | | pagina 31