TV
T
Philipsdam
Tabel 2.Twee bij twee vergelijking van vlieghoogtes tus
sen soorten en soortgroepen (hoogwatertrek overdag,
alleen situaties met aantal groepen> 10; statistische toet
sing nachtelijke situatie niet mogelijk, omdat er uit die si
tuatie te weinig waarnemingen van andere soorten en
soortgroepen dan steltlopers beschikbaar waren).
Soort(groep)
Vlieghoogte aantal malen'
hoger gelijk lager
Aalscholver
6
5
0
Rotgans
8
12
2
Eenden
8
12
5
Meeuwen
4
13
6
Steltlopers
0
9
17
'zie voor details Spaans et al. (1995).
verschil gevonden (14 april, Zandkreekdam, naar
binnen komende vogels hoger vliegend dan naar
buiten gaande). Voor steltlopers was voor beide
beschikbare situaties het verschil significant (30
maart en 12 april, Philipsdam, naar buiten gaande
vogels hoger vliegend dan naar binnen komende)
en voor meeuwen in een van de vier beschikbare si
tuaties (13 april, Zandkreekdam, naar binnen ko
mende vogels hoger vliegend dan naar buiten
gaande), 's Nachts passeerden steltlopers in 7 van
de 10 beschikbare situaties op significant grotere
hoogte de dammen en dijken dan overdag (figuur
3).
Soms werd bij steltlopers een tweedeling in
vlieghoogtes gezien. Zo vlogen Kluten op 17 no
vember op de Philipsdam op hoogten tot 50 m over
(andere soorten tot 25 m). De Kluten weifelden
ook sterk om de dijk te passeren, een geheel ander
gedragspatroon dan we bij de andere soorten
Wulpen. Foto: Henk Harmsen.
n vogels dag
—O— n groepen dag
n groepen nacht
~i i i*Ti f T r r i T T iiiiiir
4.05 3.45 3.25 3.05 2.45 2.25 2.05 1.45 1.25 1.05 0.45
4.05 3.45 3.25 3.05 2.45 2.25 2.05 1.45 1.25 1.25 1.05 0.45
tijd voor hoogwater
Figuur 2. Verloop hoogwatertrek over de Philipsdam ten
opzichte van het tijdstip van hoogwater nabij de Kram-
mersluis (Philipsdam). De lichte en donkere pijlen geven
het tijdstip aan waarop overdag respectievelijk 's nachts
de getijzone ter plekke onder water liep (geen pijl getij-
zone niet geheel onder of tijdstip onbekend).