Phïlipsdam Zandkreekdam c 10 10-25 25-50 50-75 >75 vlieghoogte (m) 10 10-25 25-50 50-75 >75 vlieghoogte (m) Figuur 3. Geschatte vlieghoogtes van groepen steltlopers, overdag (wit) en 's nachts (grijs). zagen. Op de Zandkreekdam kruisten steltlopers die binnen 1 km van de dam foerageerden, vaak op minder dan 25 m hoogte de dam. Vogels die van ver der gelegen voedselterreinen kwamen, vlogen vrij wel steeds op een grotere hoogte over. Op 16 no vember vlogen bij de Wevers en Flaauwers Inlagen aan het einde van de hoogwatertrektelling grote groepen Bonte Strandlopers en Zilverplevieren op meer dan 75 m over, een veel grotere hoogte dan eerder op die dag werd waargenomen. In tegenstel ling tot de vogels die daarvoor passeerden, vlogen deze vogels niet naar de Inlagen of de daarachter gelegen Prunjepolder, maar naar voor ons onbe kende overtijingsplaatsen ten noorden hiervan. Hvp's In totaal kon 's nachts twintigmaal een binnen dijks gelegen hvp op de aanwezigheid van vogels worden gecontroleerd. In tabel 3 zijn de aantallen steltlopers die 's nachts zijn geteld, vergeleken met de aantallen die daar de dag ervoor of erna werden aangetroffen (zie voor details Spaans et al. 1995). Andere soortgroepen waren meestal niet aanwe zig. Daarom is ervan afgezien deze soorten in de vergelijking te betrekken. Tabel 3. Vergelijking van de aantallen steltlopers die in november-december 1994 en in maart-april 1995 's nachts en overdag op binnendijks gelegen hvp's rond het Oosterschelde-bekken zijn vastgesteld aantallen gro ter dan overdag, aantallen ongeveer gelijk, aantallen kleiner dan overdag, hvp 's nachts bezet,maar aantallen onbekend.-: 's nachts geen vogels aanwezig,blanco:geen telling verricht of hvp overdag niet bezet). Plaats1 Volle Maan Nieuwe Maan Najaar Voorjaar Najaar Voorjaar Hvp in of nabij water Grevelingen(l) Volkerakmeer(2) Noord-Beveland (5) Schouwen (6) Duiveland (8) Duiveland (9) Hvp verder van water St Philipsland (3) St Philipsland (4) Noord-Beveland (5) Duiveland (7) 'cijfers corresponderen met die in figuur 1, 2hvp overdag niet bezet. In totaal werden 's nachts in 16 (80%) van de 20 situaties vogels op de hvp aangetroffen. Voor de 14 hvp's die in of nabij kreekrestanten lagen, was dit in alle gevallen zo, voor de hvp's die op akker- en gras land verder van het water lagen, in twee van de zes gevallen. Het verschil is significant (zie voor details Spaans et al. 1995). In één geval (17/18 november, Hoge Bomen, St Philipsland) betrof het overigens slechts één, mogelijk niet fitte, vogel. Overdag waren op de akkers van dit bedrijf 350 Zilverple vieren, 50 Bonte Strandlopers en 30 Steenlopers aanwezig. In drie van de 16 gevallen waarin 's nachts vogels op de hvp werden aangetroffen, was het aantal vo gels groter dan overdag (alle hvp's in of nabij water), tweemaal was het gelijk (beide hvp's in of nabij water), vijf keer kleiner (driemaal hvp's in of nabij water, tweemaal verder van water) en zes keer was het onbekend (in alle gevallen hvp's in of nabij water). Er was geen verschil tussen de aantal len 's nachts en overdag in relatie tot seizoen of maanstand. Een verrassende ontdekking tijdens de nachte lijke tellingen was de aanwezigheid van 400 Wul pen inclusief wat andere steltlopers) op 13/14 april in een kreekrestant tussen een bosje en een boer derij in de Leendert-Abrahampolder, Noord-Be veland, waar overdag geen vogels aanwezig waren. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1996 | | pagina 8