Frans Kooijmans Naar de foto op pagina één van de vorige Sterna heb ik een poosje zitten kijken. Omdat in dit land en zeker in Zeeland niet veel plaatsen bijna zestig jaar lang nagenoeg onveranderd bleven. En ook om Frans Kooijmans,die mij destijds vertelde over zijn zelfgemaakte telecamera en over zijn reizen waaronder naar Schouwen, soms zelfs per vliegtuig: "we fietsten van Den Haag naar vliegveld Waalhaven bij Rotterdam. Daarvandaan onderhield men een luchtlijntje naar Haam stede. Voor weinig geld kon je mee. De fietsen ook...". Dit relaas sprak me toen en nu nog sterk aan. De RTM-veerdienst vanaf Numansdorp door de open delta naar Zierikzee was al een fijne belevenis, maar toen per vliegtuig over die delta, moet ook wat geweest zijn. Waarschijnlijk per Fokker en dat fietsen mee ingeladen werden, gaf de tocht extra glans. Frans Kooijmans fietste wat af. Naar Kopenha gen omdat daar zijn tocht naar Groenland aanving. Daarvoor al reikte een vogeltocht per fiets tot diep in Zweden. Trouwens, die fietsmarathons deden Frans geen kwaad. Want toen na ontvangst van de bewuste Sterna ik belde en vertelde dat hij. maar dan bijna zestig jaar jonger, in Sterna stond, kwam wat later de mededeling dat hij die morgen maar bar weinig Fitissen in het duin hoorde. Bijna 89 jaar en dan nog regelmatig in het veld Praten met Frans Kooijmans over excursies en vogels van vroegeris binnengaan in een andere we reld. Ruim 70 jaar geleden ging hij al op vogels uit. In een Nederland waarnaar anno 1996 door na tuurbeschermers met weemoed wordt gerefe reerd. En niet ten onrechte als ik Frans beluister. Zijn foto's uit die tijd bevestigen relazen over toch ten door een andere wereld. Eens bij hem in Den Haag om bij een verhaal passende foto uit te zoe ken.liephet bezoek uit tot diep in de kleine uurtjes. Want toen fotodozen eenmaal open gingen, kwa men de verhalen... het begrip "aan iemands' lippen hangen" is op die avond twijfelloos treffend uitge beeld: Frans voorzag zijn door boeken en tijd schriftverhalen overbekende vogelfoto's van ge schiedenis. Emoties bij foto's van landschappen van De Beer, waarvan hij mij gul enkele schonk. Wanneer jongere vogelaars flash-backs naar de vroegere punt van Rozenburg zat worden, duid ik ze dat niet euvel. Mijn enige verweer is begrip op te brengen door in gedachten Rozenburgse petro chemische bouwsels te projecteren op plekken waar zij thans het liefst naar hun vogels kijken. Bij dit verhaaltje een paar van die foto's. Een ge nomen vanaf het Wijde Slik of Zuidslik, richting Brielle met een nog open Brielsche Maas.... dus vóór 1950. Een gebied van rust.ruimte.stilte en mi lieu-dynamiek. De andere geeft een beeld van de begrenzingsdijk van het Zuidslik (links) naar het westen, naar het hart van De Beer, in onze opvat ting naar het paradijs. Vaak stonden wij aan het begin van die dijk te twijfelen of we het al dan niet zouden wagen. Want in de verte, vóór de dijk af boog naar het noorden, verscholen in vlieren waar in later onze nylonnetten zouden staan, stond een kotje dat niet zelden een bewaker onderdak bood. Op de derde foto. hoe kan het anders, een van de Morinelplevieren die De Beer ooit aandeed. Tijd is relatief èn absoluut. Relatief omdat een foto van zestig jaar geleden een landschap toont dat sindsdien vrijwel niet veranderde, en met een vogelaar die zestig jaar later meldt die ochtend maar weinig Fitissen te hebben gehoord. Absoluut omdat twee andere foto's ons landschappen laten zien waarvan niets resteert dan ver weg de toren van Brielle. Gerard Ouweneel 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1996 | | pagina 4