de bedenker is van dit plan,zei onder andere dat de
Zeearend er nooit uit zichzelf zou komen omdat
het gat tussen Sleeswijk-Holstein (waar de dichtst
bijzijnde populatie is) en Nederland te groot is. Ver
der hechtte hij veel waarde aan de functie als top-
predator in het ecosysteem en was het van belang
om het draagvlak voor de natuurbescherming in
Nederland te vergroten, aansprekende soorten als
de Zeearend zouden daar voor kunnen zorgen.
Het is de vraag of er ooit, ook in een grijs verle
den, Zeearenden in Nederland gebroed hebben.
Uit de gevonden botten valt dat niet op te maken.
Wanneer we verarmde ecosystemen in Nederland
completer willen maken door er soorten van elders
aan toe te voegen of juist weg te halen, valt er nog
een hoop werk te verrichten. Met natuurlijke pro
cessen waaraan zo'n hoge prioriteit wordt toege
kend heeft dat allemaal weinig van doen. En het
draagvlak voor natuurbescherming door aanleg
van open dierentuinen mag dan groter worden -
veel natuurliefhebbers denken daar anders over.
Wat bedoeld is als een symbool van ongerepte wil
dernis, wordt in de praktijk ervaren als een surro
gaat. Gerard Ouweneel gaf in Het Vogeljaar een re
actie op dit voornemen om Zeearenden uit te
zetten, die mij uit het hart gegrepen was.
Het is te hopen dat de minister op dit besluit
terug komt en dat we nog vaak kunnen genieten
van jonge Zeearenden, die hier op eigen kracht
naar toe komen om te overwinteren en wie weet...
ooit eens zullen broeden.
Literatuur
Ouweneel, G.L., 1996. Zeearenden in Nederland... reu
zen in de ruimte of ontheemden in een cultuursteppe. Het
Vogeljaar 44:182-184.
Wanders, E„ 1995. De Zeearend, eigen keus of opge
drongen? De Levende Natuur 96:106-107.
Roger, A. &T. Neumann (red.),1982. Das Projekt See-
adlerschutz in Schleswig-Holstein. Kiel.
64