lande, adviseert schrijver dringend in Zuidwest-
Nederland opererende milieu-organisaties deze
oproep te vergeten. Geen zinnig natuurbescher
mer zal zich verzetten tegen windenergie. Maar
niet een wijze van opwekking als inmiddels plaats
heeft in Zuidwest-Nederland, waar turbines in
rijen de estuaria flankeren,daarmee het bestaande
kostbaar ecologische netwerk grondig verknoei
end. Windturbineparken behoren thuis rond in
dustrieterreinen en niet langs kusten, deltawate
ren, kortom in de laatste open ruimten die deze
overvolle natie resteert. Want hoewel we verder in
het windturbinepleidooi lezen dat Vogelbescher
ming geen voorstander is van plaatsing in natuur
gebieden of op plaatsen met hoge vliegintensiteit.
lezen wij ook dat "broedvogels aardig wennen,
maar dat zulks van volgende generaties niet zeker
is" en dat "trekvogels uitwijken". Welnu, bij zulke
onzekerheden verdient een titel "niet vechten
tegen windmolens" weinig waardering en is deze
voorbarig dus ondoordacht. Pleitbezorgers van
windenergie zal het verhaal in het officiële orgaan
van Vogelbescherming niet zijn ontgaan en natuur-
en/of vogelbeschermers die wèl procedures aan
spannen tegen turbineprojecten met suspecte con
sequenties, doen er goed aan er zich te prepareren
het "niet vechten tegen windmolens" voor de voe
ten geworpen te krijgen.
Iedere in Zuidwest-Nederland actieve vogelaar
zal beamen hoezeer vliegbewegingen kunnen ver-
Passerende onvolwassen Zeearend, Hoogezandsche
Gorzen, Hollandsch Diep 17 februari 1996. De in de win
ter 1995/96 tussen Biesboschen Haringvliet pendelende
Zeearenden namen de corridor langs de noordoever van
het Hollandsch Diep. Foto: Gerard Ouweneel.
anderen. Neem bijvoorbeeld Kleine Zwanen en
Rietganzen, die weliswaar overnachten op grote
wateren, maar vandaar uit dagelijks va-et-vient
vliegen naar geschikte voedselgebieden, die per
opeenvolgend winterhalfjaar op Goeree-Over-
flakkee en Schouwen-Duiveland, afhankelijk van
geoogst gewas en ploegregiem, voortdurend ver
anderen. En ook zagen we de afgelopen winter we
derom dat bij langer aanhoudende vorst van de
drommen bij ons overwinterende watervogels de
vliegbewegingen grote afwijkingen gaan vertonen
van normaal patroon, hetgeen uiteraard verband
houdt met gezoek naar voedselterreinen.
Aanwezigheid van grote grazers vormt voor het publiek een fysieke barrière om zich buitendijks te wagen. Heckrun-
deren op de Hellegatsplaten. Foto: Gerard Ouweneel.