Koudenhoek De Koudenhoek met afgedamde watergang. Foto:Kees de Kraker. Roel van Staaten De Koudenhoek is een graslandreservaat dat in het bezit en beheer van Staatsbosbeheer is. Het gebied is gelegen op Goeree-Overflakkee nabij het Grevelingenmeer tussen Goeree en Ouddorp ingesloten tussen de Jillesweg en de Koe- of Jonkersdijk. Het gebied heeft sinds enke le jaren de status van Natuurreservaat. De Koudenhoek maakt deel uit van de ecologische hoofdstruktuur zoals die door het rij k en de provincie Zuid-Holland zijn aangegeven. Sinds 1995 is het gehele gebied (groot 98 ha) volledig ingericht als weidevogelgebied en opvang van water vogels inde winter. Dit is mogelijk geworden door een REGIWA project wat gesubsidieerd is door Rijkswaterstaat, de Provincie Zuid-Holland, het Zuiveringsschap, Waterschap Goeree-Overflakkee en het Staats bosbeheer. Deze instanties hebben ervoor gezorgd dat het gebied zo als het nu is volledig een eigen wa terhuishouding heeft, wat voor de vegetatie en de vogelstand van groot belang is. Koudenhoek is een laag gebied (maaihoogte rond NAP) met een kleiige bodem. In het gebied doet zich een lichte kwel voor, die afneemt naar mate de afstand tot de Grevelingen groter is. Het kwelwater is brak en verzamelt zich in de sloten, hierdoor hebben enkele sloten een brak karakter. Botanisch gezien heeft de Koudenhoek nog niet echt veel waarde in zich buiten de brakke vegeta ties uiteraard, deze komen voor het grootste deel voor in de zuidoosthoek. Hier vindt men dan ook de zeekraal en andere zoutminnende planten. Voor de vogels is de Koudenhoek zeer waarde vol. In de winter verblijven er vele honderden gan zen en andere watervogels in het gebied. Ze rusten hier niet alleen, maar vinden er ook voldoende voedsel. De ganzen verblijven 's nachts op de Gre velingen. In het voorjaar broeden er in het gebied vele soorten weidevogels zoals kievit, grutto, ture luur, slobeend, kuifeend en sinds en aantal jaren weer de kluut. Koudenhoek behoort tot de belang rijkste graslandreservaten van het zuidwestelijk kleigebied. Tot 1995 liep er door het gebied een grote water gang die in onderhoud en beheer was bij het water schap. Dit hield in dat er eens per 6 jaar gebaggerd moest worden wat tevens inhield dat SBB de bag ger moest ontvangen. Dit alles was voor de vegeta tie en voor de vogels geen beste oplossing.Toen de provincie met de aan/verlegging van de N59 aan kwam bij SBB heeft men erop ingehaakt door te vragen of er een mogelijkheid was of de watergang verlegd zou kunnen worden. Dit heeft tot resultaat gehad dat het water wat uit de omliggende polders nu niet meer door het gebied heen loopt maar er omheen. Dit heeft als voordeel dal er geen gebieds- vreemd water meer door een natuurgebied als de Koudenhoek stroomt, dit is ook mogelijk gewor den doordat de watergang aan beide zijden afge- 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1996 | | pagina 16