die over het algemeen in de grond nestelen. Veel soorten zijn gespecialiseerd op een bepaalde plan- tenfamilie of zelfs op één plantesoort. In dit geval bleek het de Heggerankbij AncLrena florea te be treffen die vrijwel uitsluitend op Heggerank vliegt. Weeda noemt deze soort in de Oecologische Flora van Nederland bovendien nogzeldzaam.een gege ven die de waardering van mij voor de Heggerank in mijn tuin verder deed toenemen. De Heggerank bij bezit niet één stuifmeelkorfje aan de achterpo ten zoals Honingbijen of hommels, het stuifmeel blijft hangen tussen stijve haren aan de middelste poten en ook onder het achterlijf. Sommige bijen zitten zo vol met stuifmeel dat het zwaar vliegende gele stuifmeelpropjes lijken. Stuifmeel Dat stuifmeel wordt door de plant natuurlijk niet voor niets geproduceerd, hiermee moeten de bloemen van de vrouwelijke planten bestoven worden. Voor de meest nabije heggerankplanten die ik wist te staan moet je naar de duinen (Het Zeepe), hemelsbreed zeker 400 meter (kort voor het ter perse gaan van dit artikel ontdekte ik een vrouwelijke plant op ca. 25 meter afstand tussen een paar Elzen en Vlieren aan de rand van het ak kerland). Jac. P. Thijsse die in zijn boek "Omgang met planten"ook een hoofdstuk aan de Heggerank wijdde.heeft eens een hele middag insekten gevan gen bij een vrouwelijke Heggerank in de duinen die ook meer dan 400 meter verwijderd was van de dichtstbijzijnde mannelijke plant en niet één bleek er stuifmeelkorrels te hebben. Nu blijkt een Heg gerank, zoals verschillende andere plantesoorten (onder andere Paardebloemen en Bosbramen). ook zonder bestuiving vrucht te kunnen zetten (apomixis).Thijsse had gelezen dat er uit de aldus gevormde zaden alleen mannelijke planten zou den opgroeien. Hij was benieuwd of dat zo was en ging de proef op de som nemen. Nu is het bij som mige insektesoorten als bijen en hommels wel zo dat onbevruchte eieren uitsluitend mannetjes op leveren. Echter bij Paardebloemen die op apomic- tische wijze vrucht zetten ontstaat er een copie (kloon) van de ouder, het vrouwelijke genenpak- ket wordt onveranderd doorgegeven. Het lijkt mij dan ook aannemelijker dat de onbevruchte zaden van de Heggerank vrouwelijke planten opleveren. Misschien zijn er lezers die er meer van weten? Voor elk wat wils Behalve Heggerankbij en zijn er nog tal van an dere insektesoorten die de Heggerank als leveran cier van (stuifmeel en) honing weten te vinden. Thijsse geeft er een aardige opsomming van: Heggerankbij. Foto:Kees de Kraker. "En of ze komen, die insekten! Bij drommen. Eerst allerlei soorten van bijen, de honingbij voorop, al onze hommels, metselbijtjes, behangertjes, kegelbij tjes, nomaden, graafbijtjes uit de geslachten Halic- tus enAndrena. Verder zweefvliegen, groot en klein, graafwespen, gewone wespen, witjes, zand oogjes en nog de hele bende van blaaspootjes en bloemenwantsjes. Inderdaad komt er heel veel op af. Hoeveel, is vooreen belangrijk deel afhankelijk van de stand plaats en omgeving van zo'n plant, bij een groot aanbod wordt de spoeling automatisch dunner. Op de Hompel voet waar veel heggerankplanten in het duindoornstruweel voorkomen, was het insekten- bezoek veel minder dan bij mij thuis. Ook de Heg gerankbij zag ik daar niet. Een beschut en zonnig plekje is ook erg belangrijk want insekten zijn doorgaans echte warmteminnaars. Zo'n rijke insektenplant bij huis biedt een goede gelegenheid om je wat meer in deze wereld te verdiepenJammergenoeg stonden lang niet alle soorten die er te zien waren in mijn insektengids af gebeeld. Om die op naam te brengen heb je infeite weer speciale determinatietabellen nodig die een bepaalde groep van insekten behandelt. Zo waren er nogal wat graafwespen en bijen die onbenoemd bleven. Een voordeel van de Heggerank vergeleken bij andere planten die veel insekten trekken is dat hij buitengewoon lang bloeit. Van begin juni tot nu, half september en nog niet uitgebloeid. Bij elkaar meer dan 100 dagen achtereen een zee van bloe men, terwijl elk afzonderlijk bloempje niet meer dan één, hooguit twee dagen bloeit. Van juli tot en met september zaten er makkelijk duizend bloempjes aan. dat betekent dus bijna 100.000 bloemen in één bloeiperiode. Het is dan ook leuk om het verloop in de aantallen en soortensamen stelling van de bezoekers te volgen. Zo krijg je ge lijk een beetje inzicht in de vliegtijden van de ver schillende insekten. 73

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1996 | | pagina 19