Publicaties De Nieuwe Moeren van Schouwen Oud-voorzitter Frans Jansen heeft vaak gezegd: "Wil je een vogel beschermen, bescherm dan z'n bio toop". De auteurs van Gebiedsvisie voor de zuidkust van Schouwen, John Beijersbergen en Jeroen de Maat, breiden nu deze stelling uit. Wil je een vogelrijk biotoop,zorg dan dat er processen zijn, die dit bio toop vormen en in stand houden. Het ene proces -de bodemvorming- is al voltooid, het tweede proces de (grond)waterbeweging zou bij de herinrichting opnieuw moeten functioneren zoals rond 1600 toen de af watering nog "gebrekkig" was in het centrum van Schouwen. Kaart met plangebied (grijstint) van de gebiedsvisie. Het "Platte van Schouwen" tussen Serooskerke en Kerkwerve zoals dit lage deel van polder Schouwen ook genoemd werd. was het laatst in cultuur gebracht. Na de Middeleeuwen toen het uitgemoerd (afgeveend) is, was het blijven liggen met een zeer rommelige percelering met grote delen water en riet en met slechts een functie van schraal hooi- en weiland. Het was het deel van Schou wen met de merkwaardige stolpen: boerderijen met een piramidevormig dak. Na het bouwen van het stoomge maal in 1877 was Laag-Schouwen droger geworden en was de verovering van de moeren door de boeren voort gegaan. Weiland werd akker, hooiland werd weiland, riet land werd hooiland. Ook werd er in 1895 een eendenkooi aangelegd met als doel eenden voor consumptie te oog sten. Rond deze kooi bleef een deel van het oude land schap van de moeren van Schouwen in stand. Van dit oude cultuurlandschap is overigens weinig be kend. Hoe het moeren in z'n werk ging, het ontstaan van de Schouwse stolpen.de slootpeilen.de opbrengsten van boter, kaas, paling, vogeleieren, de mensen die er woon den: bronnen voor zo'n onderzoek zijn er nauwelijks. John Beijersbergen heeft zich in de paragraaf histo- riseh-geografisch ontwikkeling beijverd zoveel mogelijk van het vroegere landschap te weten te komen. Dat deel van het rapport publiceerde hij al in de Kroniek van het land van de zeemeermin 1995. De gestage ontwikkeling van het gebied brak af in 1953. Maandenlang stond Schouwen onder zout water, veel zand werd op het oude land afgezet. Het was begrij pelijk dat de Herverkaveling van 1954 tot 1964 het oude landschap niet herstelde, maar met moderne technieken een nieuw landschap gemaakt werd met een moderne verkaveling en nieuwe afwatering. Het gehele gebied werd geëgaliseerd. Ook werden een aantal moderne boerderijen (type Noordoostpolder) gebouwd. Het merkwaardige was dat na ruim tienjaar in het Plat te van Schouwen weer zilte vegetaties ontstonden met o.a. zeekraal. Het waren kale plekken in de akker of het weiland. Hoe kwam dat? In de ondergrond bevonden zich nog steeds zandige banen waar ooit kreken vóór de bedi jking hadden gelopen en die functioneerden als aan voer van brak water waardoor op veel plaatsen door kwel de zoutvegetaties ontstonden. Deze spontane ontwikke- 75

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1996 | | pagina 21