Publicaties
ek0:i
Over een aantal jaren zullen de Rotganzen inde Prunje in een ander landschap landen. Foto: Flenk Harmsen.
ling is voor John Beijersbergen en Jeroen de Maat uit
gangspunt geweest voor hun plannen met het gebied. De
natuur gaf als 't ware de mogelijkheden aan
De plannen voor nieuwe natuur (ook wel natuurtrouw
genoemd) in Nederland spelen zich vaak af op plaatsen
waar land droogviel (Oostvaardersplassen, Krammer-
Volkerak) of waar nog maar kort geleden de landbouw de
laatste stukken natuur veroverd had (heidevelden, dui
nen. moerassen) en waar het boeren niet gemakkelijk
ging. Alleen met veel kunstmest en ontwatering lukte dat.
Het teruggeven aan de natuur is deel van de nieuwe na-
tuurbeschermingspolitiek. De vele rapporten binnen dit
beleidskader van Rijk en Provincie worden in een apart
hoofdstuk keurig op een rij gezet. De zuidkust van Schou
wen wordt binnen de provincie Zeeland één van grootste
projekten (1050 ha). Inmiddels is in het gebied al veel
grond aangekocht voor dit doel. De nieuwe politiek heeft
het geld er voor over en probeert zo in ons overbevolkte
land natuur- en recreatiegebied te scheppen. Offensieve
natuurbescherming heet dat.
Behalve een studie naar het gebied in het verleden
(historische referentie) is ook gezocht naar soortgelijke
gebieden elders in Europa (geografische referentie). Al
leen in de Donaudelta (Roemenië) zouden zich soortge
lijke brakke moerassen bevinden met een geleidelijke
overgang van brak tot vrij zoet water met weinig stroming
en geen getijdewerking. Een brak boomloos moerasge
bied met rietvelden, ondiepe kreken en graslanden zal
mogelijkheden bieden aan Roerdompen, Baardmanne
tjes, Brand- en Rotganzen, weidevogels en zeevogels en
óók plaats bieden aan vegetaties die door de uitwerking
van de Deltawerken zeldzaam zijn geworden. Zoals hier
boven al gesteld zijn de ecologische processen (ecologi
sche referentie) van wezenlijk belang. Het water in het
gebied is eco-hydrologisch onderzocht door specialisten
van de Rijksuniversiteit Utrecht, die zich richtten op
waterkwantiteit en waterkwaliteit. Aansluitend zijn de
mogelijkheden onderzocht naar de vestiging van plan
ten.
De reeks bodem-water-planten-vogels leidt zo tot
nieuwe landschappen met namen als klei-oermoeras,
brak watergeineenschap en zoute en brakke ruigte en
grasland. Achter de inlagen en karrevelden tussen Zier-
ikzee en de Schelphoek die behouden blijven en deels
hersteld zullen worden, komen twee gebieden "Pikgat"
en "Prunje" waar een deel van de toplaag verwijderd zal
worden en het oude krekenpatroon weer zichtbaar wordt
gemaakt. Er ontstaan daar ondiepe plassen en geulen om
zoomd door rietvelden en graslanden, waar de schrijvers
van het rapport beeldend over schrijven: "De typisch
Schouwse openheid van het boomloze lage land met zijn
vogels, de ruime vergezichten en hoge wolkenluchten...".
I n de overgangszone naar de bestaande landbouw ont
staan gebieden voor mariene cultures van zeekraal, lams
oor en zeebiet.Talloze aardige wetenswaardigheden zijn
in het rapport ook te vinden: de Schouwse kinderen
waren gezonder door het eten van paling en in 1918 werd
al aan natuurbouw gedaan, toen de vogeleilanden (hil-
len) in de Heertjes Inlaag werden vergroot.
De oude foto's zijn bruinig afgedrukt. Vier prachtige
Leesplankje brakwaterdieren. Bij een goede waterkwaliteit kan in de kreken een complete brakwatergemeenschap
tot ontwikkeling komen. Tekening: Kees de Kraker.