Dagvlinderexcursies 1996
Een belangrijk deel van de excursies van de Vlinderwerkgroep Midden-Zeeland voerde naar
Schouwen. Ook voor de Sterna-lezer zijn er veel wetenswaardigheden in hun verslagen te vinden.
Hieronder het verslag van Anton Baaijens - overgenomen uit "De Zeeuwse Prikkebeen" nr. 4
1996.
In totaat zijn er dit jaar 6 dagvlinderexcursies geweest,
waaronder een aantal met spectaculaire waarnemingen.
Hieronder worden de bijzonderheden besproken en de
gegevens op een rijtje gezet.
15juni.de Schotsman; ongeveer 20 deelnemers; aanvang
2 uur.
De allereerste excursie op dc Schotsman was een ge
combineerde orchideeen/vlinderexcursie met het SBB.
De orchideeën waren ruimschoots aanwezig; veel Riet
orchis en Gevlekte orchis maar door de droogte toch min
der in aantal dan andere jaren. Daartegenover was er
plaatselijk veel Addertong te zien dat"andere jaren juist
schaars is. Enorm veel ralelaar in diverse soorten en ook
diverse bijzondere zeggesoorten werden door boswach
ter Piet dc Keuning aangewezen. Daartussen vonden we
de oranje gekleurde Geraniumuil (Pyrrhia unmbra). De
rups van deze soort leeft op Kattedoorn (Ononis spinosa)
wat aan de Schotsmandijk groeit. Wal betreft de dagvlin
ders was hel Icarusblauwtje op de plekken waar rolklaver
bloeide volop aanwezig. Regelmatig fladderden er fel
rood getinte vlinders voor onze voeten op: Sint Jacobs-
vlinders (Tyria jacobaea). Jacobskruiskruid is hier dan
ook massaal aanwezig. In het bos kwamen we diverse
keren een aantal Bonte zandoogjes tegen en op de
Schotsmandijk warempel een Oranje lucernevlinder, zo
vroeg al. De Schotsmandijk met de daar massaal aanwe
zige Echte kruisdistel is overigens een absolute toploca
tie voor vlinders. Bram Willeboordse belde mij 8 augustus
nog op om te vertellen dat hij zelden zoveel vlinders bij el
kaar had gezien; 8 augustus op de Schotsmandijk! En
Bram kijkt toch al een behoorlijk aantal jaartjes naar vlin
ders.
22juni,Ellewoutsdijk, 10 deelnemers
Te koud voor vlinders, het fort bezocht.
20 juli. Haamstede/Biesterveld elzemeten en vroon-
gronden, 17 deelnemers; aanvang 11 uur; gezamenlijke
picknick i.v.m. het winnen van de Gouden Vlinder 1995.
Op de verzamelplaats zagen we om 11 uur direct al een
Zandhagedis* op een stuwtje in de sloot. De gezamenlij
ke picknick was een reuze succes.absoluut voor herhaling
vatbaar. Gezellig, ontspannen, goed voor de onderlinge
band en leren van elkaar,maar er werd ook veel gelachen.
De grote tegenvaller was echter dat door de droogte de
Kattestaarten (paars) niet of nauwelijks in bloei waren
gekomen, Grote wederik (geel) bloeide zelfs helemaal
niet Vorig jaar (1995) was hel hier paars en geel van de
bloemen, en wemelde het van de vlinders, het bewijs had
ik nog op een dia vastgelegd zoals u op de werkgroepbij
eenkomst in september heeft kunnen zien. Wat nu... de
Struikheide bloeide immers nog niet. Van ellende vingen
we maar enkele grasmotjes die regelmatig voor onze voe
ten opdwarrelden: Synaphepunctalis. Volgens HET de-
terminatiewerk van de grasmotten, „The British Pyralid
Moths" van Barry Goater,leeft het rupsje van dit vlinder
tje van mossen. Dit zou heel aardig kunnen kloppen want
daar wemelt het inderdaad ook van. Dit gegeven maakt
zo'n waarneming dan ineens een stuk interessanter. De
sporadisch maar overal aanwezige braambloemen moes
ten we afzoeken; daar vonden we inderdaad diverse soor
ten vlinders op. Bij de eerste drinkput hebben we nog een
poosje naar de libellen zitten kijken. „Die kleintjes (wa
terjuffers) met dat blauwe lampionnetje. "Kijk er zitten
zeker drie verschillende soortenHet Lantaarntje Ischn-
ura etegansj konden we vangen en determineren. Maar
*Zeer waarschijnlijk Levendbarende hagedis, komt al jaren voorop die plaats (red.)
105