Schelpenstrand Goeree Harry Raad In augustus 1996 heb ik samen met een schelpenvriend weer eens een strandtocht van de Brouwersdam tot het slag bij het Toppershoedje gemaakt. Het aanspoelsel leek niet bijzonder, maar uiteindelijk kon ik toch weer tientallen soorten noteren. Hieronder stap ik graag even met u langs de waterlijn om u deelgenoot te maken in het eenvoudige genot van het rapen van een schelpje. Gegevens uit het verleden In het zeer lezenswaardige artikel van Butot (1962?) over onderzoek naar weekdieren op Goe ree wordt aan de aangespoelde schelpen op het strand enige aandacht besteed middels een opsom ming van soorten uit oudere bronnen. In de lijst staan 31 mariene soorten genoemd, vermoedelijk allemaal recent materiaal. Van het buitendijkse ge bied (Springersdiep en schorren) worden uit oude bronnen en het onderhavige onderzoek nog eens 13 andere schelpen gemeld. Van de genoemde strandvondsten wil ik Gewo ne paardemossel. Grote mantel, Gedoomde hart schelp en Schepje als bijzondere soorten noemen. In een vrij recente publicatie van De Bruyne c.s (1987) over Goeree worden liefst 25 soorten van het strand opgesomd die tot dan toe zelden of nog nooit waren gevonden in Nederland. Het gaat om piepkleine schelpjes uit gruis.bijna steeds duidelijk fossiel. Een publicatie van een volledige lijst van de vondsten wordt in het artikel in het vooruitzicht ge steld. maar is mij niet bekend. De genoemde soor ten duiden in ieder geal op het zeer bijzondere ka rakter van dit schelpenstrand. Er staan ook talrijke soorten in die ik nog nimmer gevonden heb. Zeker met die kleine gruissoorten is het een kwestie van: veel materiaal doornemen en uiterst nauwkeurig uitzoeken, maar ook het geluk van goed aanspoel sel speelt een belangrijke rol. Eigen indrukken Een korte schets van het Goereese strand heb ik recent gegeven in 'Schelpenstrand' (Morelis Raad, 1995). Karakteristiek is het vele verse mate riaal dat hier aanspoelt. Denk daarbij aan doublet ten van Halfgeknotte strandschelp, Amerikaanse boormossel, Amerikaanse zwaardschede. Grote zwaardschede, Klein tafelmesheft, Gewoon non netje, Gewone kokkel en Tere platschelp. Bij de dammen vinden we daarnaast vrij regelmatig Ge wone tapijtschelp. Platte slijkgaper en Strandga- per. In het gruis zijn Wadslakje en Gewone twee tandschelp algemeen. Hierin vinden we ook opvallend veel Vliezige drijfhoren; de verkleurde huisjes laten zien dat het om oud, wellicht fossiel materiaal gaat. Ze komen met name op het weste lijke strand voor. Het eiland is een voorpost voor Gewone venus- schelp. Recente exemplaren van deze soort wor den hier mondjesmaat gevonden. Op de andere stranden van de Delta worden zelden vondsten ge daan, terwijl deze ten noorden van Hoek van Hol land algemeen is. Een opvallend fenomeen is hier verder het voor komen van verweerde zoetwatermossels, zoals de Bataafse stroommossel en de Bolle stroommossel. De schelpen vallen op door hun parelmoerglans. De kleppen zijn verweerd, maar meestal is de bruinverkleurde opperhuid nog deels aanwezig. Deze mossels worden rond de mondingen van Ha ringvliet en Nieuwe Waterweg, van Goeree tot Ter Heijde vrij algemeen aangetroffen. Rondom de voormalige monding van de Rijn bij Katwijk is een vergelijkbare concentratie van zoetwatermossels op het strand te vinden. Daar zijn de schelpen ech ter veel sterker verweerd. Tweetandschelp. Tekeningen: Harry Raad. 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1996 | | pagina 7