vang dienen in le bouwen. Als daaraan gehoor
wordt gegeven -en daar ziet het zeker naar uit-, dan
zal de 'nieuwe' zuidkust er voor de Rotganzen en
Brandganzen alleen maar aantrekkelijker op wor
den en kunnen de vogels voor een veel groter deel
dan nu het geval is, in de natuurgebieden hun kost
je bij elkaar scharrelen.
Beheersovereenkomst Ganzenopvang
Aan de grenzen van het nieuwe natuurgebied en
in de nabijheid van andere concentratiegebieden
van de Rotgans op het eiland kan een nieuw instru
ment wellicht van nut zijn om de problemen tussen
gans en boer op te lossen. In de door de provincie
Zeeland uitgebrachte "Nota agrarisch natuurbe
heer" wordt agrariërs de mogelijkheid geboden
om een speciale beheersovereenkomst Ganzenop
vang in het leven te roepen. Deze Beheersovereen
komst Ganzenopvang houdt in, dat het perceel
moet worden ingezaaid met een gans-vriendelijk
gewas en dat de aanwezigheid en vraat van ganzen
op het land gedoogd wordt. De boeren krijgen hier
uiteraard een vergoeding voor. Een groot voordeel
van deze nieuwe overeenkomst is, dat niet meer
jaarlijks de schade precies vastgesteld moet wor
den, een lastig en tijdrovend karwei voor boer en
schadeconsulent.
Jacht en verjaging
Op Schouwen-Duiveland wordt gelukkig rela
tief weinig op ganzen gejaagd. Ook de gevreesde
kantjesjacht, net buiten belangrijke slaapplaatsen
of voedselgebieden in natuurreservaten.komt hier
weinig voor. Alleen nabij de slaapplaats van Grau
we Ganzen in de Maire is een dergelijke vorm van
jacht de laatste jaren geconstateerd.
Voorschadegevoelige percelen, met name die in
de nabijheid van de rotgans-rijke natuur- en be
heersgebieden. dient een goed verjagingsplan op
gesteld te worden. Dat houdt in, dat de vogels ver
jaagd moeten worden van percelen, waarop ze
daadwerkelijk schade aanrichten.Verjaging werkt
echter alleen als het over een flink oppervlak kan
gebeuren en als er voldoende alternatieve gronden
beschikbaar zijn in het natuurgebieden de gedoog
zone, waar de ganzen rustig kunnen eten zonder
verstoord te worden. Als de vogels zomaar van hot
naar her worden gejaagd is het enige effect dat ze
door al dat vliegen en de stress meer moeten eten
en uiteindelijk juist méér schade zullen veroorza
ken.
Bejaging is meestal overbodig en bij de meeste
soorten ook verboden. Bij zo'n ganzenverjagings-
plan dienen agrariërs,de fauanabeheereenheid.de
natuur-terreinbeheerder en de plaatselijke natuur
beschermingsvereniging te worden betrokken.
Soepganzen
Verwilderde tamme ganzen, die door vogelaars
meestal 'soepganzen' worden genoemd, komen
het hele jaar door in hetzelfde gebied voor en kun
nen soms behoorlijke schade aan gewassen berok
kenen. Deze schade wordt niet vergoed, daar de
wildbeheerders de verplichting hebben om deze
niet gewenste vogels 'op te ruimen'. In de praktijk
gebeurt dit op tenminste een aantal plaatsen niet of
nauwelijks,bij voorbeeld rond de Geule bij Ooster-
land (vele tientallen!) en bij Flaauwers, waar al
jaren veel van die soepganzen rondwaggelen.
Agrariërs, die schade ondervinden van deze vogels,
gooien hen vaak op één hoop met wilde ganzen,
waardoor het draagvlak voor een goed ganzenbe-
leid voor de wilde ganzen afneemt. Overigens die
nen de soepganzen niet verward te worden met
Grauwe ganzen. Deze vogels horen hier van nature
thuis en hebben zich inmiddels ook weer als broed-
vogels gevestigd in de Maire en het Dijkwater.
Overige ontwikkelingen
Inde huidige Prunje en langs de rest van de zuid
kust komen over het algemeen weinig Kleine Zwa
nen. Rietganzen en Grauwe ganzen voor. De ver
wachting is, dat daar, ondanks alle ontwikkelingen
in dit gebied.geen verandering in zal komen. Deze
drie soorten komen vooral naar Schouwen-Duive
land vanwege de oogstresten op de akkers (vooral
aardappel en suikerbiet). Dat is een prima voe
dingsbron, die de boer niet of nauwelijks schade
oplevert.
Genoemde soorten kunnen het best terecht op
akkers met een minder zware kleibodem (zavel) en
een zanderige ondergrond. Die vinden we op het
eiland vooral in de Polder Bommenede en op Dui-
veland. Deze gronden hoeven namelijk niet snel na
de oogst geploegd te worden, omdat ze hel winter
se regenwater goed doorlaten en de bodem vrijwel
het hele jaar door goed te bewerken is. Anders ligt
dat voor de veelal zwaardere kleibodems met
slecht doorlatende ondergrond, een bodemtype
dat we vooral vinden in de Polder Schouwen. Deze
bodems dienen niet te lang na de oogst al verder be
werkt te worden,omdat ze al vlug te nat worden om
er met landbouwmachines op te kunnen werken.
Tol slot dient nog een sluipende negatieve ont
wikkeling op het eiland genoemd te worden, te
weten de aantasting van de openheid van het pol
dergebied. Recreatieparken, stads- en dorpsuit
breiding, kassenbouw en andere ontwikkelingen
knabbelen met elkaar stilaan behoorlijk wat van
het open gebied. Voor de echte polderganzen als de
Rietgans en voor de Kleine Zwanen is die open
heid nu net van groot belang. Dat is dus nog eens
10