aan het roekeloze toe;ze zwiepten zich van nest tot nest, om tenslotte met pet of zakdoek vol van de grote eieren tussen de tanden geklemd, langs de gladde stam te komen neerroetsen, bestoft en ver fomfaaid, bewonderd en toegejuicht door de mak- kers.die op de grond bleven". Zo'n klimmer kwam wel met een 20-tal eieren beneden en honderden eieren werden zo op een middag geroofd en kwamen als paaseieren op tafel. De nesten waren zeer stevig en tegen matige storm bestand." 1 k woonde het eenmaal bi j.dat een volwassen jongen boven in zoo'n nest ging staan, zonder dat wij. bij den boom staande, iets van hem kondenzien". Kraaien De tweede manier van eieren verzamelen kwam op hel volgende neer. Op de reigerwei gekomen begonnen de jongens te schreeuwen en tegen de nestbomen te slaan, zodat de reigers onder luid gekrijs klapwiekend wegvlogen en hun nest onbe waakt lieten. De kraaien die op een tak onder het nest zaten, kwamen nu in beweging. Met spronge tjes naderden ze het nest en grepen een ei. De jon gens hielden zich nu stil,sommigen stonden elders op wacht, (zie kruisje op kaart) "Een oogenblik later ziet ge de zwarte dievegge met een ei overdwars in den bek uit het nest een eindje naar omlaag duiken, om dan met kalmen wiekslag haar weg tusschen de boomtakken door te nemen en in de naburige wei haar ei te gaan uit drinken". De jongens lopen dan de vliegende kraaien ach terna en ook letten de wachters nu goed op waar de kraai zal gaan zitten. "Dit is voor ons het kritieke oogenblik; we blij ven even staamdaarzilze.Ze rekt even de hals kijkt even in het rond en maakt zich gereed, om in het in middels neergelegde ei een gat te slaan:...als ze op eens een vreeselijk geweld hoort der op haar toe galoppeerende jongens, wat haar dadelijk het ha zenpad doet kiezen, met achterlating van hetei.dat zoo in ons bezit komt en ons, om de eigenaardige wijze, waarop wij het verkregen,een ware schat is". Ook vonden de jongens nogal eens volle eieren onder bladeren die daar door de kraaien verstopt waren. De door kraaien geroofde eieren waren bijna altijd zuiver en dus nog maar kort bebroed. Na de Paasweek was het plezier er voor de jeugd af en afgezien van "het gerèk-kèk van nieuw ge wekt leven daarboven in de bomen" lag het rei gersbos er weer ongerept bij."domein van de zorg zame reigers, de schunnige zwarte kraaien en het luid klietende torenvalkje". In l%0knoopte Vijverbergernogeen beschou wing aan vast over het alom rooien van bos in die tijd en het begin van het gebruik van kunstmest om de grond productiever te maken. Veel landarbei ders probeerden een lapje voor zich te veroveren en kleine boer te worden. Dat alles -ook de voor malige reigerwei- werd weggevaagd in februari 1953. Reigernesten reiger in een Eik .Foto uit: "De luister van ons land" door los van de Burgt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1997 | | pagina 18