Het ontstaan
De eerste of oudste groep wordt gevormd door
het kleinere voormalige eiland Goedereede of
Westvoorne in het noordwesten. De tweede jonge
re groep omvat het grotere voormalige eiland
Flakkee in het zuidoosten De derde groep die de
aanhechtingen van beide eilanden tot stand heeft
gebracht, bestaat uit de bedijkingvan de Generale
dijkagie van Stellendam in de daartussen gelegen
hebbende rivierarmen de Scharrezee en de Hals. In
de vierde groep zijn de vanaf omstreeks het tweede
kwart van de 19e eeuw achtereenvolgens nog tot
stand gekomen jongere aandijkingen onder te
brengen.
De geleidelijke vorming van de beide eilanden
Goeree en Overflakkee heeft op verschillende
wijze plaats gehad.Terwijl Goeree eenvoudig ont
staan is door een aantal achtereenvolgende aandij
kingen tegen een oerkern heeft Flakkee zich meer
op een samengestelde wijze ontwikkeld.
Tussen beide eilanden in bleven de door een
plaat gescheiden rivierarmen de Scharrezee en de
Hals de verbinding onderhouden tussen het zeegat
van Goedereede aan de noordoostzijde en dat van
Brouwershaven aan de zuidwestzijde. In het mid
den van de 18e eeuw werd de verbinding tussen
Goeree en Flakkee een feitdit werd mogelijk ge
maakt doordat men een dam aangelegd heeft.
(Aanlegvande Statendam 1751 nu nog bekend als
Damdijk (weg) ).Ten noordoosten van deze dam
slibden weer gorzen aan die tot het begin van de 19e
eeuw achtereenvolgens weer ingedijkt werden en
tot de Generale dijkagie van Stellendam of de
derde groep verenigd werden, hierdoor ontstond
één groot eiland Goeree-Overflakkee.
Aankleding landschap
Als men goed om zich heen kijkt ziet men dat er
aan het landschap weinig is veranderd in de eeu
wen. Hier en daar zijn wat binnendijken doorge
graven voor de aanleg van een weg of iets anders,
maar voor de rest is het een polderlandschap ge
bleven. In dit landschap zijn na de water
snoodramp van 1953 veel populieren op dijken
aangeplant. Dit was een eerste aankleding van het
kale landschap zoals men dit tot toen kende. Bij de
boerderijen op Flakkee was wel wat erfbeplanting
aanwezig maar dit behoorde tot het geriefhout van
de boer. Op de kop van Goeree waren de schurve-
lingen met hun welbekende elzen of haaymeten
aanwezig en de duinbeplanting, maar dit was het
enige wat betreft de aankleding.
Na de watersnoodramp iserzeerveel veranderd
aan de aankleding van het landschap. Dit is mede
veroorzaakt door de aanleg van de deltawerken,
waardoor er een andere waterstand in het gebied
voorkwam als voor die tijd. Ook de ruilverkaveling
heeft toen zijn intrede gedaan. Met tot gevolg dat in
1978 de ruilverkaveli ng de Stelle grootte 3700 ha
is afgerond. Hier zijn een aantal boskomplexjes
aangelegd vnl. tegen de bebouwing van de dorpen
aan. Het Stellebos is hiervan het grootst en omval
35 ha. Hier zijn populier (zachthout) voor de pro-
duktie aangeplant, maar ook eik. beuk en lindebo
men (hardhout) voor de langere omloop van het
bos. De populierenvakken zullen in de loop der tijd
gaan verdwijnen en veranderd (omgevormd) wor
den in hardhoutloofsoorten (eik,beuk en es).
In deze ruilverkaveling zijn een aantal unieke
gebieden bewaard gebleven nl. de elzenmeten
met de typische akkertjes en de Kouden Hoek .Dit
laatste gebied is een gebied wat zich typeert door
dat het een krekenlandschap is. In dit gebied zijn
Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat in 1994 be
gonnen met het verleggen van de hoofdwatergang.
Tijdens deze werkzaamheden hebben mensen van
de archeologische vereniging De Motte restanten
van bewoning gevonden. Deze restanten dateer
den uit de middenijzertijd (350tot250jr.v.Chr)en
de romeinse tijd (75 tot 200 jr. na Chr.Deze vond
sten zijn een bewijs dat er al heel lang menselijke
aktiviteiten op Goeree waren.
Herstel en uitbreiding
Ook in de ruilverkaveling Flakkee wordt het
landschap waar dit mogelijk is in zijn oude staat ge
houden of weer teruggebracht. Hier en daar vinden
zelfs weer uitbreidingen plaats die in het kader van
de landinrichting het verdwenen landschap her
stellen. De voormalige kreken Oude Dee, Breede
Gooi en het Paardegat.die liggen in de gemeente
Dirksland.zijn hier voorbeelden van. Ook in Oost-
Flakkee zijn er kreken die in hun oude staat terug
gebracht zijn. dit zijn de Galathese kreek. Magda-
lenakreek, Groote kreek en de Kleine kreek. In
bijna al deze kreken wordt het water op kunstmati
ge wijze hoog gehouden dmv. stuwen. Dit is bevor-
delijk voor het planten en dierenleven wat hiermee
samenhangt.
Verder wordt er in deze ruilverkaveling ook veel
gedaan aan de aankleding van het landschap. Dit
gebeurt door de aanleg van bos. Deze bosjes liggen
verspreid over het eiland en variëren in grootte van
3 tot 25 ha. In het overgrote deel van deze bosjes is
nog populier geplant Dit geeft op korte termijn
een bosbeeld. Ook is er al veel hardhoutloofhout
gebruikt en struiken geplant. Dit geeft in de toe
komst een gevarieerder beeld in de bosjes.de strui
ken staan aan de randen en geven door hun ver
schillende bloei, vrucht en takkleur een
aantrekkelijk aanzicht aan het geheel.
18