Diep: rust zowel op als voor de oever en in een brede strook achterland alsmede hoog opgaand geboomte direct aanderivier.terplekkeindevorm van een verlaten eendenkooi en doorgeschoten griendcomplexen. Een derde gunstige factor tus sen Numansdorp en Strijensas vormt de ligging van de drukke vaargeul aan de overzijde, tegen de Bra bantse wal, zodat in een brede strook voor de noordoever geen scheepvaartverkeer plaats heeft: overwinterende Zeearenden plegen dan ook zich onbeschroomd boven het Noord Hollandsch Diep te verplaatsen dan wel er te jagen. Het zal niet mee vallen rondTiengemeten een scheepvaartloze situ atie te scheppen. De speculatie Visarenden is verklaarbaar door de belendende Ventjagersplaat, waar doortrek kende Visarenden zodanige condities aantreffen dat verschillende exemplaren tegelijkertijd lang durig blijven pleisteren, een voor Nederland uit zonderlijke situatie (Ouweneel 1992). Gelet op de bereidheid die de soort vertoont gebruik te maken van kunstmatige nesten (Poole 1989), valt er wat voor te zeggen deze eigenschap uit te proberen op het complex Tiengemeten/Ventjagersplaat. Een derde te noemen naam, maar dan zonder gene, is die van de Lepelaar. Schrijver zag zomer 1996 in vallende Lepelaars op de Blanke Slikken en gezien de voorspoedige periode die Lepelaars in dit land doormaken, kunnen wij optimistisch zijn over bui- tendijksTiengemeten als nieuw steunpunt voor de soort. Soepganzen De opmerkelijke toename als broedvogel van Nijlganzen, Grauwe Ganzen en nu ook Brandgan- zen met zomer 1996 in Zuidwest-Nederland waar schijnlijk al enkele honderden paren (rned. R. Strucker),zal ieder die in de Delta regelmatigin het veld is niet zijn ontgaan. Grauwe Ganzen zijn nog wel te plaatsen, maar de opmars van de exoten zet door (Lensink 1996) en bij een soort als de Nijlgans niet eens gestaag. Eerder stelde schrijver zich de vraag of niet juist exoten baat gaan krijgen bij het voorhanden komen van nieuwe natuur. Op de cember 1996 verbleven op het Spuigors bij Den Bommel 80 Soepganzen.Terecht noemt van Swelm (1996) bij het bespreken van de broedresultaten 1991 deze nog geen 12 hectare metende hoek een van de weidevogelrijkste gorzen van het Haring vliet. Sinds 1991 echter is parallel aan de soepgans- explosie ter plekke de weidevogelstand afgeno men. Vanuit het Spuigors zien wij de witte kolossen zich op de gorzen tussen Den Bommel en Stad aan het Haringvliet vestigen alsmede het Hoge Gors, ten oosten van het Spuigors in bezit nemen.Tegen- over ligt Tiengemeten en tenzij beheerders de Door Soepganzen gekraakte Spuigors bij Den Bommel. Foto: Gerard Ouweneel. soepganzenexpansie weten te stoppen, doemt een schrikbeeld op van grote troepen witte lelijkerds die het jaar rond kostbare natuurgebieden kraken. Elders in de noordelijke delta kon in overleg met een wildbeheerseenheid een soepganspopulatie worden geëlimineerd en alles is er voor te zeggen dit voorbeeld rond Den Bommel te volgen, niet al leen in verband met de plannen op Tiengemeten. Het is verleidelijk te filosoferen over wat Na tuurmonumenten op Tiengemeten allemaal kan gaan verrichten en ook over hetgeen de vereniging zou moeten vermijden te doen. De in de Delta ac tieve terreinbeherende organisaties hebben met hun bewind over natte natuurgebieden de afgelo pen jaren aan de weg getimmerd en Natuurmonu menten kan zich dan ook voorbereiden op een wel willend kritisch publiek, dat overigens nog wel beelden van het huidige Tiengemeten met zich meedraagt. Literatuur OUWENEEL. G L. 1992. Visarenden Pandion Haliaetus op de Ventjagersplaat. Limosa 65:125-126. OUWENEEL. G.L. 1994. Nieuwe Natuur voor Tiengemeten. waakzaamheid voor belangen van ganzen. Sterna 39:27-31 OUWENEEL. G.L. 1966. Over windturbines en ecologische in frastructuur in het Noordelijk Deltagebied. Sterna 41:65-69. POOLE A.F. 1989. Ospreys. A natural and unnatural history. Cambridge University Press. Cambridge. RUITER, F.C. DE. 1996. Boerenland Tiengemeten wordt weer natuurgebied. NPC andelblad van 7 oktober 1996. SWELM, N. D. VAN 1996. Broedvogels van het Noordelijk Del tagebied. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Directie Zuidwest Sector Natuur. 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1997 | | pagina 15