Vaste voet voor de Bosuil op Schouwen De Bosuil is in Nederland vooral broedvogel van goed ontwikkelde (loof)bos- en parkland schappen,grote tuinen en boomsingels. Er wordt gebroed in boomholtes. De soort staat te boek als een uitgesproken standvogel. Ik weet nog goed dat we als jonge vo gelaars van een oudere rot in 't vak te horen kregen "als je een dode Bosuil vindt dan is de kans groot dat-ie ooit in de boom boven je hoofd uit het ei gekropen is". De Bosuil valt dus niet ver van de boom. Verplaatsingen boven 20 km. horen tot de absolute uitzondering. Bovenstaande maakt in een oogopslag duidelijk waarom de Bosuil op Schouwen-Duiveland. eigenlijk in vrijwel geheel Zeeland lange tijd als broedvogel ontbrak. De Bosuil in Nederland Rond het begin van de jaartelling was de Bosuil vermoedelijk de meest voorkomende uilensoort door het toen voorkomende biotoop met uitge strekte loofbossen. Door ontbossing, bouw van ste nen gebouwen en intensiver gebruik van het land kregen daarna andere uilensoorten meer kansen zoals de Kerkuil(stenen bouwsels), Ransuil(rand- gebieden), Steenuil(landbouwgebieden) en Veld- uil(open vlakten) (Mooij 1982). Na de tweede wereldoorlog wordt weer op gro tere schaal loofhout aangeplant.dit vergroot de kansen voor de Bosuil. In de periode 1973-'77 broedden jaarlijks naar schatting2500-3000paar in Nederland (Teixeira 1979). De soort nam daarna toe in de periode 1978-"83 tot naar schatting 4000- 5000 paar (SOVON 1987). Geschiedenis op Schouwen-Duiveland In 'De Vogels van Schouwen-Duiveland' Werk groep Avifauna Natuur-en Vogelwacht Schouwen- Duiveland 1986) wordt een aantal broedgevallen gemeld uit de jaren zestig en zeventig. Er zou ge broed zijn in de domeinbossen. Terecht wordt er echter bij opgemerkt of hier geen sprake zou kun nen zijn van verwarring met de algemener voorko mende Ransuil. Temeer er nergens wordt gerept over de zo kenmerkende roep van de Bosuil en de domeinbossen zeker geen voorbeeld zijn van loof bossen. Ook meldt de avifauna een aantal losse waarnemingen. De Broedvogels van Zeeland (Vergeer van Zuylen 1994) merkt hierbij op dat wellicht korte tijd een kleine geïsoleerde broedpopulatie heeft bestaan. Uit de periode 1983-1991 zijn geen moge lijke) broedgevallen bekend. Ontwikkeling Maar er is nieuws te meldenHet li jkt erop dat de Bosuil zich definitief gevestigd heeft op ons eiland. In de winter en het voorjaar van 1995 werd door leden van de Vogel werkgroep verschillende malen een roepend mannetje waargenomen in en bij het Slotbos Haamstede. Een bos dat qua ouderdom. maar ook qua beheer een ideale plaats moet zijn voor de Bosuil. Een louter loofbos met voldoende oude bomen,en dankzij het beheer van Natuurmo numenten (o.a. niet weghalen van dode of omge vallen bomen) ook voldoende nestgelegenheid biedt voor de soort. De Bosui] reageerde ook op het afdraaien van de roep met een bandrecorder. Er kwam zelfs reaktie op het met de hand nagebootste geluid! Zekere broedgevallen in 1995,1996 en 1997 Ging het in 1995 nog om gedrag dat op broeden wees, het onomstotelijke bewijs van een broedge- val bij het Slotbos Haamstede werd geleverd in juni 1996. In de bosrijke omgeving van de Vertonsweg werd (Theo de Kuiper) een vrouwtje waar met twee juist uitgevlogen en luid bedelende jongen waargenomen. Vele waarnemers, waaronder au teur, hebben dit vrouwtje met de twee jongen nog geruime tijd (twee maanden!op exact dezelfde lo catie gezien en gehoord. Het lang bij elkaar blijven van Bosuilfamiliesis al langerbekend (Mooij 1982) Ook in 1997 heeft een Bosuil in en rond het Slot bos Haamstede een territorium bezet. Eind juni zijn er jongen gehoord (med.T. de Kuiper). Ook andere roofvogels gaat het in de bosrijke omgeving van de Kop van Schouwen voor de wind Buizerd.Sperwer). De geringe lerritoriumgrootte 25-50 ha. (Teixeira 1979) van de Bosuil biedt hem voorlopigeen zee van ruimte op de Kop van Schou wen. En met het steeds ouder worden van diverse andere loofopstanden. denk aan de beplantingen rond de doorbraakkreken Schelphoek, Ouwer- kerk e.d.,ziet het er voor de Bosuil rooskleurig uit. Teel C.J. Sluijter Literatuur MOOIJ J.H. 1982. De Bosuil. Kosmos Utrecht SOVON 1987. Atlas van de Nederlandse vogels. Arnhem TEIXEIRA. R.M. (red.). 1979. Atlas van de Nederlandse broed vogels.'s-Graveland VERGEER. J.W. EN G. VAN ZUYLEN. 1994. Broedvogels van Zeeland. KNNV Utrecht 49

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1997 | | pagina 19