met de schapen naar boven. Hij had de Transhu-
mance nog meegemaakt. In de zomer, wanneer er
niet genoeg gras voor de schapen was, trokken ze
met hun kudde naar de bergen, bleven daar waar
genoeg te vreten viel voor hun dieren en kwamen
begin oktober pas weer terug naar de Plaine de
Crau. Het was een zware tocht, die zich later met
vrachtwagens voltrok. "C'est plus comme avant,
hein".
Hi j was de verpersoonlijking van de buitenmens,
zo iemand die veel van de natuur weet en dat ook
uitstraalt. Ik vroeg hem wat hij dacht van het weer.
Een verbluffende weersvoorspelling volgde.
"Morgen de gehele dag hetzelfde miezerige
weer. Overmorgen begint de dag met een enkele
opklaring en daarna is er grote kans op enkele
dagen mooi zonnig weer." Ik bedankte hem en
thousiast alsof de komst van het betere weer van
hem had afgehangen. We praatten nog wat over de
vogels in de omgeving, terwijl hij af en toe naar z'n
schapen en z'n hondjes riep. Patrijzen zitten hier
volop.zo wist hij. Wanneer je goed luistert, hoor je
ze overal en ook de Courlis deTerre kan je in de om
geving horen zingen.
Ik wist inmiddels al dat de Griel hier Grondwulp
werd genoemd en de officiële naam "Oedicnème
criard" niet erg bekend was. Met "criard" kon mijn
herder wel instemmen, maar verder deed de vogel
hem toch vooral aan een Wulp denken. Hij gebaar
de me scherp te luisteren, want hij had zojuist nog
enkele Patrijzen zien wegrennen. Met m'n hoofd
buiten het raampje luisterde ik alsof ik nooit eerder
een Rode Patrijs had gehoord.
Een enorme desillusie werd mijn deel. Beslist
niet omdat de patrijzen zich niet lieten horen,maar
van onder de oliejas klonk heel zacht muziek. Nau
welijks hoorbaar. "Je suis venu te dire que je m'en
vais" zong Serge Gainsbourg. Radio France Inter
bezorgde "le fou" de nodige arbeidsvitaminen en
ieder uur gaf die zender de weersbcrichten door
aan mijn "zanger van deTranshumance."
Foto: Wim de Vos.