Huiszwaluwtelling 1997.
gie broedend paar met een -letterlijk- grensover
schrijdend territorium (Vergeer van Zuylen
1994). Uit de rest van Zeeland zijn geen recente en
historische gegevens bekend die op broeden zou
den (kunnen) wijzen.
Het broedgeval te Schuddebeurs
Het bos in Schuddebeurs bestaat overwegend
uit loofhoutopstanden, met enkele kleinere perce
len Grove Den en Fijnspar. In het bos van Schud
debeurs staan flink wat oudere en grotere loofbo
men, het is daardoor als broedbiotoop uiterst
geschikt voor de Wespendief. Het bosgebied Mon
Plaisir te Schuddebeurs wordt op roofvogel- en ui-
lenbroedgevallen geïnventariseerd door Rinus
van "t Hof.die alle waarnemingen verrichtte (van 't
Hof 1997).
De eerste waarneming van een mannelijk exem
plaar in Mon Plaisir,Schuddebeurs, vond plaats op
11 mei. Ook op 18 mei werd het mannetje aldaar
waargenomen. Op 25 mei werd een exemplaar op
een oud nest, waarin 1996 een Ransuil broedde,
waargenomen. Op 8 juni leek het nest in een Fijn-
spar op ca 10 meter hoogte 'in gebruik genomen'.
Op 15 juni werd het mannetje roepend waargeno
men. Het vrouwtje werd op 6 juli op het nest gezien.
Op 25 juli bleek bij een controle van het nest een
jong aanwezig. Op 2 augustus werden beide ouders
roepend naar het jong gehoord. Op 16 augustus
was het nest leeg, en op 19 augustus werd de jonge
Wespendief rondvliegend in het bos waargeno
men.
Na de broedperiode werden de resten van ver
schillende wespennesten onder de broedboom ge
vonden. De jonge Wespendief liet zich zelfs door de
eilandelijke pers (Zierikzeesche Nieuwsbode) fo
tograferen: op 19 augustus deed het onvolwassen
exemplaar zich tamelijk opzichtig tegoed aan een
wespennest aan de gevel van de Hostellerie Schud
debeurs!
Literatuur
BIJLSMA. R.G. 1997. Ecologische Alias van de Nederlandse
Roofvogels
HOF,M. VAN T. 1997. Broedverslag 1997
SLUIJTER.T.CJ. 1997. Vaste voet voor de Bosuil op Schouwen.
Sterna 42:
SOVON 1987. Atlas van de Nederlandse vogels. Arnhem.
TE1XEIRA. R.M. (red). 1979. Atlas van de Nederlandse brocd-
vogels. 's-Graveland.
VERGEER. J.W. EN G. VAN ZUYLEN. 1994. Broedvogels van
Zeeland. KNNV. Utrecht.
Gijs van den Ende
Alweer voor de vijfde opeenvolgende keer werd door enkele leden van de Vogelwerkgroep
een integrale eilandelijke Huiszwaluwtelling uitgevoerd. Gezien de gestaag verdergaande af
name van de soort waren de verwachtingen over het eindresultaat niet erg hoog gespannen. Ge
lukkig viel dat nogal mee!
'93 '94 '95 '96 '97
In totaal werden 499 bewoonde nesten geteld.
Dat waren er 16 minder dan in 1996, een afname
van 3.1%. Het aantalsverloop van de Huiszwaluw-
broedpopulatie op Schouwen-Duiveland kunnen
we goed zien in figuur 1. De sterke afname lijkt
voorbi j. De populatie lijkt zich te stabiliseren.
De eerste Huiszwaluwen op Schouwen-Duive
land werden op 13 april boven de Zeepeduinen
waargenomen. De meeste vogels wachtten tot
begin juni voordat met nestelen begonnen werd.
Het laatste bewoonde nest trof ik aan in het Vrije in
Zierikzee waar oudervogels nogjongen voerden in
de eerste week van september. De laatste drie
Huiszwaluwen werden tijdens een trektelling op
18 oktober langs de trektelposl bovenaan de Grote
Trap te Westenschouwen gezien.
832 694 578 515 499
Figuur 1Verloop aanlal broedparen van de Huiszwaluw
op Schouwen-Duiveland '93-'97
75