slachtoffers.
Watervogels domineren. Het vooroevergebied
heeft een functie als ganzenovernachtingsplaats.
Dan zijn de platen voorverzamelplaats voor Ber
geenden die in juli op ruitrek gaan. Grauwe Gan
zen die ruien op de tegenover liggende Ventjagers
plaat, plegen zich vóór en na de ruiperiode op de
Hellegatsplaten te verzamelen.Zomer 1997 waren
er 850 ruiende Grauwe Ganzen, zomer 1996 1200
stuks. Opmerkelijk is dat. uitsluitend tijdens hun
voorjaarstrek. Rotganzen de Hellegatsplaten nog
steeds aandoen,zij het in afnemend aantal. In 1995
waren het er maximaal ca. 100 (29 april tot en met 7
mei), in 1996 maximaal 75 (4 mei) en in 199740(19
april).
Wie had in 1987 durven voorspellen dat tien jaar
later Brandganzen met hun jongen 's zomers de
Hellegatsplaten zouden domineren? De toename
gaat snel, heel snel. Kennelijk vormt de nieuwe
niche een uitstekend broedbiotoop voor Brand
ganzen en trouwens ook voor Nijlganzen. Zo'n
veertig paar Brandganzen liepen eind-juni met
pullen rond. Daarna kwamen steeds opnieuw
paren met kleine pu llen voor de dag, waarbij opviel
de grote omvang van de tomen. Voorts waren er
twee Blauwe Sneeuwganzen te zien. een paar Kol-
ganzen met jongen. Rietganzen, een Kleine Riet-
gans.Streepkoppen en een stel vreemde bastaards.
Dan nog een Casarcaen van april tot in juli weder
om een Kleine Zwaan. De nazomerconcentratie
Brandganzen beliep 450 vogels. Ervaringen uit
Zweden maken aannemelijk dat de snelle popula-
tiegroei doorgaat, zodat ons nog wal staat te wach
ten
Het lijstje min of meer bijzondere soorten dat in
1997 al dan niet voor langere tijd het gebied aan
deed, is respectabel. De IJslandse Grutto's die
vanaf de tweede helft van maart lot in april op de
Ventjagersplaat verbleven, kwamen regelmatig
over. De DBA-Vogellijn gaf voor 28 april een Visa
rend. Langs de dijk naar Ooltgensplaat was op 19
april een Beflijstenop 27 april vlogen vier Beflijs-