soort behaalde liet hoogste aantal sedert de start van de jaarlijkse tellingen in 1984 en slechts een vijftal soorten, te weten Sperwer. Buizerd, Bosuil, Gaai en Zwarte Kraai, evenaarden hun hoogste score in het gebied. Evenveel soorten behaalden hun slechtste score sinds 1984 (namelijkTortelduif, Witte Kwikstaart. Fitis, Koolmees en Spreeuw), terwijl liefst negen geregelde broedvogels dit jaar ontbraken. Het gaat om Bergeend, Houtsnip. Nachtegaal,Gekl aagde Roodstaart,Grote Lijster, Spotvogel, Fluiter, Staartnrees en Groenling. Over het algemeen kan gesteld worden dat de meeste roofvogels en diverse in bomen nestelende bosvo gels het goed doen. terwijl veel struweelvogels en holenbroeders een negatieve trend te zien geven. Het lij kt erop dat de voormalige kapvlaktes inmid dels dermate zijn dichtgegroeid dat ze voor stru weelsoorten niet interessant meer zijn. Het tekort aan boomholten zal van doen hebben met de kap van deels volwassen 'exoten' en de gevolgen van de iepziekte. Met name langs de Moolweg zijn veel holterijke oude Iepen inmiddels verdwenen. 3. Vliegveld Dit gebied meet 72 hectare en is in beheer bij de Gemeente Schouwen-Duiveland. Het bestaat vrij wel geheel uit open en schraal duingrasland en wordt gebruikt door beoefenaars van de zweef- vlieg-sport. De openheid van het terrein komt duidelijk naar voren in de broedvogellijst: van het gros van de hier voorkomende soorten is bekend dat ze sterk hech ten aan openheid. Vogels van struweel of opgaand geboomte ontbreken vrijwel geheel in het gebied. De meest algemene broedvogels van het Vliegveld waren in 1997 Kievit (14 territoria). Scholekster 12), Veldleeuwerik (10), Graspieper (9) en Tapuit (7). Er werden territoria van drie Rode Lijst-soor- ten vastgesteld, te weten Patrijs (1), Grutto (2) en Tapuit. Vergeleken met de laatste inventarisatie in 1990 verscheen de Sprinkhaanzanger als nieuwe broed- vogel en namen Kievit en Graspieper wat in aantal toe. Daar staat tegen over dat bij Veldleeuwerik (- 10), Scholekster (-8) en Tapuit (-4) een flinke afna me valt te bespeuren. Bij Veldleeuwerik en Tapuit is dit conform de elders in het duin heersende trend. Tocht is het Vliegveld nog met afstand de beste plek voor beide soorten in het onderzochte deel van de Schouwse Westhoek. Het totaalbeeld: waar gaat het heen? De broedvogelbevolking van het zuidelijk deel van de Schouwse Westhoek ziet er elk jaar weer net even anders uit. Dat gebeurt niet zomaar: wie de aantalsontwikkeling van alle soorten op een hoop gooit komt kan daarin bepaalde patronen ontdek ken. Het meest opvallende is dat veel soorten die het moeten hebben van bos en struweel in aantal toenemen, terwijl soorten van water, moeras en open duingrasland juist steeds schaarser lijken te worden. Wat moeten we nu van deze ontwikkelin gen denken? Ten eerste zit er een vervlakkend ele ment in. Veel soorten die het goed doen in de Schouwse Westhoek zitten elders ook in de lift, ter wijl de vogels die het bij ons moeilijk hebben ook landelijk gezien een zorgwekkende trend verto nen. Natuurlijk zijn er op soortsniveau ook diverse trends te bespeuren die zich aan de geschetste Tortelduif Geen vogelsoort is in de jaren negen tig zo hard achteruit gehold alsdeTortelduif. Van een aaneen gesloten verspreiding is,zo laat de kaart duidelijk zien. al bepaald geen sprake meer. Hel meest schrikbarend is de afname in de Boswachlerij.waar de populatie in nog geen tien jaar tijd met 90 procent daalde. In de dennenopslanden is dit zomerduifje algeheel verdwenen, en als er niet snel iets verandert lijkt dat ook in struweel en loofbos te gaan gebeuren. De oorzaak van de ellende is niet geheel duidelijk: vermoedelijk spelen zowel plaat selijke factoren bijv. het ouder worden van het bos) als problemen in de trek- en winterkwartieren (jachtl)eenrol. 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1998 | | pagina 14