grote lijn niets gelegen laten liggen. Wat dacht u bij
voorbeeld van de snelle afname van de van bos en
struweel afhankelijke Barmsijs, de Spreeuw die
massaal de broedplaatsen in het bos lijkt te verla
ten en, niet in het minst: de al eerder gememoreer
de teloorgang van de Tortelduif, toch een typische
vogel van ouder struweel en jong bos? In ieder
geval wijzen dit soort tegendraadse trends ons erop
dat de aantalsontwikkeling van broedvogels niet
louter afhankelijk is van de kwaliteit van het broed
gebied: ook ontwikkelingen in trek- en winter
kwartieren kunnen een belangrijke rol spelen.
Maar terug naar de grote lijn. De zorgwekkende
afname van vogels van moeras- en duingrasland is
nog niet gestopt, maar het tempo lijkt wel ver
traagd te zijn. Bovendien doen de enkele positieve
ontwikkelingen (bijv. toename Wulp en aanwezig
heid Grutto en Velduil) vermoeden dat het tij nog
gekeerd kan worden. Het steeds meer op de be
langrijkste natuurwaarden gerichte beheer van de
open duinterreinen begint hier dus vruchten af te
werpen. Toch zal met name het waterbeheer snel
verder verbeterd moeten worden, wil de oorspron
kelijke vogelrijkdom van de duingraslanden weer
een werkelijke kans krijgen.Tot slot: in de Bos-
wachterij is vanuit ornithologisch oogpunt een
snelle omvorming naar loofbos en struweel ge
wenst. Wie de typische naaldhoutsoorten wil be
houden doet er wel goed aan om her en der wat
ouder naaldhout te bewaren.
Dankwoord
Veel dank gaat uit naar de leden van de Vogel
werkgroep die een bijdrage aan de inventarisatie le
verden: Anton van Berchem, Theo de Knijper.
Henni Ravesteijn, Leo Tromper, Ted Sluijter
Mario de Vlieger.
Literatuur
Dit verhaal is, zoals in de inleiding reeds werd opge
merkt, een samenvatting van het rapport 'Broedvogels van
de natuurgebieden in het zuidelijk deel van de Schouwse
Westhoek in 1997', dal wordt uitgegeven door Staatsbosbe
heer Regio West-Brabant - Deltagebied, in samenwerking
met Natuurmonumenten. In dit rapport worden alle sinds
1990 in dit gebied vastgestelde broedvogels besproken en
van alle in 1997gevonden broedvogels stippenkaarten ge
geven.
Foto: Henk Harmsen.
Tapuit
Zoals veel typische soorten van hel open duin
grasland gaat hel de Tapuit niet goed. Ook de
Kop van Schouwen, toch een bolwerk van de soort,
lijkt minderen minderTapuiten te huisvesten.
Ook de trends in de in 1997 onderzochte gebieden
zijn zonder uitzondering negatief, al blijven het
noordelijk deel van het Zeepe en het Vliegveld voor
alsnog erg belangrijke broedplaatsen voor de soort.
Verruiging speelt ook bij de Tapuit een erg negatieve
rol, terwijl de vermoedelijke afname van de
konijnenstand daar voor deze holenbroeder nog
eens bovenop komt.
41