Ooievaar in het hedendaagse straatbeeld. Foto:Henk Harmsen. zoals visafval.muizen en insekten. In Marokko kan je dat nu nog zien. De afvoer van straatvuil was in Zierikzee in het midden van de 19de eeuw "aller treurigst". "Zeeën van blootliggende faecaliën in de meest bewoonde gedeelten der stad" vormden een onhoudbare toestand die pas in 1875 verander de toen men het verzamelen van straatmest en leegmaken van beerputten verpachtte aan firma Voorbeytel uit Bergen op Zoom". Conclusie Er is geen aanwijzing dat de Ooievaars in de stad Zierikzee zelf broedden. De bron uit 1811 spreekt van "de omgeving van Zierikzee". Het kan heel goed dat de vogels broedden bi j een boerderij/bui tenplaats, zoals Y penhove in de Gouweveerpolder met een bos waar gewandeld werd. Uit de literatuur is bekend dat in het verleden een sterke achteruitgang van Ooievaars in Neder land wordt gemeld uit 1769 en 1857.Wellichtismet het beter schoonhouden van Zierikzee na het mid den van de vorige eeuw.de stad minder aantrekke- lij k voor de Ooievaar geworden. Het mag duidelijk zijn,dat het zoeken naar oude waarnemingen van vogels niet alleen de kennis over deze dieren verdiept, maar ook inzicht kan geven over het landschap van toen waarin die die ren leefden. Met dank aan Johan Everaers voor de uitvoerige discussie over de historische bronnen. Literatuur G.R.Heerebout 1982, De verzameling eieren van het genoot schap in: Archief Zeeuwsch Genootschap p. 53-66. C.M.van Hoorn 1991, Overzicht van doctores medicinae, heel meesters en artsen in Zierikzee en op Schouwen-Duiveland ge durende de negentiende eeuw, Zierikzee. F.Nagtglas 1977, Mijn Leven in: Archief Zeeuwsch Genoot schap p. 14-211. B.Smulders 1976, De Ooievaar als voormalige broedvogel in Zeeland in:DeWete.nr.20. H.van Zon 1986. Een zeer onfrisse geschiedenis. Studies over niet-industriële vervuiling in Nederland, 1850-1920. (diss.) Groningen. T

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1998 | | pagina 19