men voor. De meest voorkomende vorm heeft slechts een goedaardige huidaandoening tot ge volg. In het slechtste geval krijgt men neurologi sche uitvalsverschijnselen en hersenvliesontste king. In verschillende stadia is de ziekte met een antibioticum goed te behandelen.maar hoe eerder hoe beter. Niet iedere teek is besmet Lang niet iedere teek draagt de veroorzaker van deze ziekte bij zich.Uit een onderzoek van tien jaar geleden in de kustprovincies bleek dat het besmet tingspercentage vari(erde van maximaal 4,5% bij nimfen (Texel, Bergen, Heemskerk) tot 30% bij volwassen teken (Oostvoorne). Gemiddeld lagen de percentages echter belangrijk lager, respectie velijk 2-4% en 10-15%. De kans dat een besmette teek de bacterie over draagt is sterk afhankelijk van de duur van het bloedzuigen (kan uren duren) en de verwijderme- thode. Daarnaast wordt niet iedereen die met de bacterie besmet is er ook werkelijk ziek van. Bij een onderzoek van Staatsbosbeheer onder boswach- ters/bosarbeiders bleek 28% van deze mensen an tistoffen in het bloed te hebben en dus ooit besmet te zijn, maar slechts 5% daarvan had duidelijke ziekteverschijnselen (gehad). In een radiopraatje voor het programma Vroege Vogels deze zomer, werd zelfs verteld dat ca. 9% van de Nederlandse bevolking de antistoffen in het bloed zou hebben. Ondanks de veel lagere besmettingsgraad van de nimfen in vergelijking met de volwassen teken, wordt het merendeel van de besmettingen bij men sen vermoedelijk veroorzaakt door de nimfen. Al lereerst omdat er veel meer nimfen zijn (heel wat exemplaren gaan ondertussen dood) en de volwas sen mannetjes geen bloed zuigen. Daarnaast wor den de iets kleinere nimfen minder snel ontdekt zodat ze langer bloed kunnen zuigen, waardoor de besmettingskans dus toeneemt. Snel verwijderen In 1972 had ik nog geen idee hoe jezo'n beestje moest verwijderen. Het zondermeer uit de huid trekken loopt verkeerd af,zoals we toen ervoeren. Vrijwel zeker blijft de kop met zuigsnuit in de huid achter waardoor de kans op besmetting/infectie aanzienlijk groter wordt. Zo moet het dus niet. Later hoorde ik van handigheidjes als een bran dende sigaret of een watje met alcohol tegen het achterlijf. Deze zouden de teek echter kunnen aan zetten tot braken of de teek zou het leven kunnen laten. In beide gevallen wederom een vergrote kans op infectie. Niet doen. Momenteel zijn er speciale pincetten en appa raatjes in de handel, waarmee men de teek bij de in De levencyclus van een teek. Tekening:E. Wernars. 32

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1998 | | pagina 6