Op Stap met Gerard L. Ouweneel verdwenen tussen kleding, op weg naar weerloos vlees. De demonstratie stelde dan ook geenzins ge rust. Daarbij moesten wij ons ook in de dichte for maties aanvallende horden muggen van het lijf houden, zodat het groepje allengs het karakter kreeg van een ongeregeld, op stevige maat hossend gezelschap discogangers. De apotheose kwam langs de Amur, na een orni thologisch geslaagde voettocht door het rivierbe geleidend woud, wachtte ons in de lodge een krach tige russische no-nonsens maaltijd, overvloedig besproeid met wodka en champagne, beide van na tionale bodem, laat en luidruchtig naar de slaap verblijven, één voor paren en één voor de solo op reis zijnde heren. Of nuroyaal gebruik van 'volledi ge vergunning' of wederom zich aan ons vastklam pende teken de oorzaak waren blijft terzijde, maar in het herenverblijf viel de beslissing de inspectie groepsgewijs aan te pakken.daarbij vooruitlopend op de aanbeveling in eerder aangehaalde brochu re, voor de niet ingewijde toeschouwer moet uivoe ringvan dit voornemen een ondoorgrondelijk tafe reel hebben opgeleverd: een groepje zeer blote el kaar nauwkeurig monsterende lieden, soms tegen over elkaar in onharmonieuze houdingen, voortkomend uit opgedane ervaring dat teken een voorkeur hebben voor weke huiddelen, en dan weer peuterend in eikaars lichaam,gelijk bavianen op een aperots. Want het onderzoek leverde veel op, zij het dat de vaste hand ontbrak, nodig voor de verwijderingstechniek.Toen een van ons een hard nekkig zich in Gijs vastgebeten teek tevergeefs aan het bewerken was sprak Gijs:'Als jij nu maar alleen die teek in je pincet vasthoudt, dan maak ik wel die slag links- en rechtsom'. Een reisgezel deed niet mee aan het gezelschapsspel teken verwijderen. Dat was Gert,die in een lachstuip tegende wand lag en smeekte of wij wilden ophouden omdat hij er an ders in zou blijven. Maar toen een paar jaar later in Texas grote borden ons waarschuwden voor teken, was Gert het meest op zijn qui-vive. Het kan verke ren. 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1998 | | pagina 4