Tabel 1Dagvlinders 1998. Eerste dag van waarneming, lokatie en inschatting van de mate van voorkomen te Wester- schouwen door Jan-Piet van Waveren. soort datum plaats voorkomen 1. Dagpauwoog 19 maart Schuddebeurs normaal 2. Gehakkelde aurelia 30 maart Westenschouwen veel 3. Boomblauwtje 30 maart Westenschouwen minder 4. Kleine vos 30 maart Westenschouwen nazomer iets beter 5. Klein koolwitje 5 april Haeskenshof veel 6. Bont zandoogje 11 april Breedste weg veel 7. Atalanta 16 april Nieuw Haamstede normaal 8. Groot koolwitje 19 april Haeskenshof veel 9. Oranjetipje 22 april Schuddebeurs 2x? blijft bijzonder 10. Citroenvlinder 22 april Schuddebeurs weinig gezien dit jaar 11. Kleine vuurvlinder 1 mei Strandweg normaal 12. Klein geaderd witje 4 mei Kamperland gewoon 13. Argusvlinder 11 mei Kamperland buiten Schouwen veel gezien 14. Distelvlinder 12 mei Haeskenshof slechts 3 gezien 15. Bruin blauwtje 15 mei Strandweg weinig gezien 16. Icarusblauwtje 25 mei Strandweg weinig gezien 17. Hooibeestje 8 juni Strandweg nog steeds niet zo veel 18. Bruin zandoogje 22 juni Strandweg normaal 19. Groot dikkopje 22 juni Strandweg redelijk 20. Zwartsprietdikkopje 5 juli Weeldeweg normaal 21. Oranje zandoogje 15 juli Strandweg normaal 22. Gele luzernevlinder 19 juli Craijestein (luzerne) 1 ex.* 23. Heivlinder 5 augustus Strandweg weinig in tuinen gezien 24. Oranje luzernevlinder 20 september oprit Oosterscheldekering (luzerne) veel trekkers dit jaar 25. Kleine parelmoervlinder 20 september Slot Haamstede bijzonder, dwaalgast? Mogelijk betrof deze waarneming toch een Oranje luzernevlinder.zie opmerkingen hierover in de tekst. De Citroenvlinder werd heel weinig gezien. De meeste waarnemingen vielen nog in het voorjaar en soms wel bijzonder vroeg (Krijn Tanis: 15/2 eer ste waarneming) dankzij de zeer aangename tem peraturen in deze periode. Het is altijd een buitenkansje om een Oranje lu zernevlinder tegen te komen. Deze fraaie vlinders bouwen onder gunstige omstandigheden in Zuid- Europa soms grote populaties op, waarvan een deel in noordelijke richting trekt. Het voorkomen in ons land is dan ook wisselend. Dit jaar waren het er meer dan gewoonlijk, met name in augustus wer den ze op tal van plaatsen in Nederland waargeno men. Op de Hompelvoet zagen we de soort ook in juni en juli (max. 3 ex. op 20/7). Op 14 augustus wordt er eentje gezien bij De Punt (Ouddorp). De zelfde dagzagChris van de Brugheen oranje exem plaar langsschieten bij Bruinisse, terwijl ik de vol gende dag langs de dijk aan de andere kant van de Grevelingendam 5 ex. telde (sluis Oude Tonge - Grevelingendam). Ook op de akkerranden bij Brouwershaven (2 lokaties) en Kerkwerve 1 loka tie) werd de soort waargenomen (max. 4 ex. op 20/8). Elders in Zeeland werden soms tientallen exemplaren geteld (overeen grotere afstand). De Gele luzernevlinder wordt in onze omgeving minder gezien dan de Oranje. Er zijn heel wat jaren waarin de soort niet wordt waargenomen. Daarbij kwam de moeilijkheid dat de variëteit van de Oran je luzernevlinder die dit jaar zoveel gezien werd. wel wat op de Gele luzernevlinder leek met name de vrouwtjes. Volgens Karst Veling van de Vlinder- stichting betreft een groot deel van de in juli/augus tus waargenomen Gele luzernevlinders.de Oranje luzernevlinder. Jan-Piet wilde op basis van deze in formatie dan ook een vraagteken plaatsen bij zijn eigen waarneming op 19 juli. Latere waarnemin gen zouden meer betrouwbaar zijn, zodat de Gele luzernevlinder van Martin Annema op 10/10 in de Oostduinen op Goeree als enige resteert. Nog zo'n aardig witje, maar dan meer inheems is het Oranjetipje. Van Goeree, waar de soort vorig jaar voor het eerst opdook, kwamen nu geen mel dingen. Op Schouwen werd door de Vlinderwerk- 73

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1998 | | pagina 15