bij deze soort. In topmaand december werden de grootste groepen geteld op de Scheelhoek (654 ex.). de gorzen langs het Zuiderdiep (510 ex.), de Oude Oostdijk (800 ex.), de Zuidelijke Slikken (778 ex.), de Stadse gorzen (650 ex.). de Galathee polder bij Ooltgensplaat (1240 ex.), polder Den Bommel (1000 ex.) en de Krammer Slikken (1948 ex.). Uit de lellingen van januari, februari en maart bleek dat onder invloed van de zachte winter veel Grauwe Ganzen al wat naar noordelijker streken getrokken waren. Het aantal Brandganzen dal 's winters Neder land opzoekt is de laatste jaren beduidend toege nomen. Dat is ook duidelijk merkbaar op Goeree- Overflakkee. Steeds weer kunnen we ons verbazen over de bij ons in grote getale voorkomende Brandganzen. In december was het opgelopen tot ruim 28.000 ex. Maar januari sloeg alles wat we tot nu toe hadden meegemaakt, meer dan 40.000! Al leen al op de Zuidelijke Slikken waren er toen 13.500. En in de aangrenzende polder Roxenisse nogeens 4000. Ook de Stadse en Bommelse gorzen worden druk bezocht door Brandganzen. Het valt trouwens toch op dat veelal de natuurgebieden als pleisterplaats worden gebruikt. Een paar jaar geleden hadden we dikwijls 1000 tot 2000 Rotganzen in ons telgebied. Maar dan komen we de laatste tijd niet meer aan. In novem ber was het zicht waarschijnlijk onvoldoende om een volledig overzicht te krijgen, maar de andere maanden waren de tellingen in orde. Opvallend is dat de maanden februari en maart nog de meeste Rotganzen brachten.Meestal zijn ze te vinden in en langs de Grevelingen. Ook bij de Krammerse Slik ken en bij OudeTonge worden wel Rotganzen ge teld. Van de overige soorten bleef de Nijlgans het tal rijkst. Canadese en Indische ganzen werden ook regelmatig waargenomen. In de meeste tellingen zijn 1 of2Sneeuwganzen doorgegeven. Roofvogels Voorde Bruine Kiekendief had het eigenlijk een goede winter moeten zijn om hier te blijven, toch bleven op oktober na maar weinig exemplaren overwinteren in onze rietgebieden. De Blauwe Kiekendief komt hier 's winters wat meer voor als het koud is, was nu geen sprake van. De 12 ex. van maart waren misschien hel gevolg van een beginnende terugtek naar het noorden. Het lijkt met de Sperwer wat beter te gaan. Ze worden regelmatiger in de tellingen genoemd. De soort wordt nogal eens gemist bij het tellen. zodat de verschillen in de diverse maanden groter uitkomen dan ze in werkelijkheid zijn. De belangrijkste roofvogel van de laatste jaren is ongetwijfeld de Buizerd. In de echte wintermaan den december, januari en februari waren 80 of meer Buizerds present. Polder na polder was het raak en vaak meer dan één tegelijk. Zelfs in maart (als de broedgebieden roepen) werden nog bijna 60 ex. geteld. Ondanks de zachte winter werden in januari nog eens 5 Ruigpootbuizerds waargeno men. Gemiddeld iets lager dan vorig jaar was de score voor de Torenvalk. Een minder goed muizenjaar treft deze soort toch wel hard. Meestal is november de maand met het hoogste aantal Torenvalken, maar door het slechte telweer was dit nu niet het geval. Daarom was oktober met 44Torenvalken de beste maand. De Smellekens, schitterende, laagvliegende, op vogels jagende rovers, zijn altijd wel in de tellingen terug te vinden, maar in kleine aantallen. Vorige winter wal meer, afgelopen winter weer iets min der. Bijna een traditie is die ene late Boomvalk in ok tober. Deze zomervogel voor Nederland zat toch weer in een wintertelling Genoten hebben we weer van de Slechtvalk. Vooral op de Krammerse Slikken en op de Slikken van Flakkee werden ze regelmatig in volle vlucht "aan het werk" gezien. In februari verbleef een Slechtvalk op de Kwade Hoek. We hopen trouwens nog steeds op een broedgeval. De Zeearend is de hele winter aanwezig geweest in de Grevelingen. Hompelvoet en de Veermans plaat werden voortdurend bezocht. Buiten onze tellingen om werd de vogel dus regelmatig geno teerd. In het overzicht komt de Zeearend alleen in januari voor. Tabel 2. Aantallen roofvogels op Goeree-Overflakkee in winter 1997-1998. soort/datum okt. nov. dec. jan. feb. mrt. Bruine Kiekendief 8 4 2 5 2 4 Blauwe Kiekendief 3 3 6 7 4 12 Sperwer 14 5 8 14 5 6 Buizerd 38 54 80 81 82 59 Ruigpootbuizerd 1 1 3 5 - 1 Torenvalk 44 34 39 34 24 23 Smelleken 2 3 4 - - 1 Boomvalk 1 - - - - - Slechtvalk 4 - 4 2 2 1 Zeearend - - - 1 79

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1998 | | pagina 21