Kauw en Ekster broeden 'offshore' op
Oosterscheldekering
Ted C.J. Slidjter
Midden in de monding van de Oosterschelde broeden sinds 1996 op verschillende plaatsen
Kauwen Corvus monedula. Ook de Ekster Pica pica heeft zich vanaf begin jaren'90 als broed-
vogel op Neeltje Jans gevestigd. Een paartje Eksters deed in 1996 op eiland Roggenplaat zelfs
een broedpoging in een windturbine
Opportunisten
'Fascinerend', 'ergerlijk', 'ze horen erbij', 'af
schieten'!, "nuttige opruimers' 'er zijn er veel te
veel"....
Kraaiachtigen in ons land, je kunt er niet om
heen. De mening over deze groep is zoals boven
staande citaten weergeven, sterk verdeeld. Het
lijkt wel of de opinies parallel lopen met de zwart
wit tinten die overheersen in het verenkleed van de
kraaienfamilie:je bent voor of tegen. Vast staat, dat
uit veelvuldig onderzoek is gebleken dat een groei
end kraaiachtigenbestand zelden invloed heeft op
-de zo vaak gehoorde klacht- de plaatselijke zang
vogelstand. De stand van bijvoorbeeld Ekster
(eind jaren zestig was deze soort zeer zeldzaam op
onseiland:een waarneming van een Ekster schreef
je met vette letters in je boekje!en toename van de
Zwarte Kraai vallen bijvoorbeeld samen met het
na de ramp steeds verder begroeid raken van ons
eiland, waardoor geschikte broedplaatsen ont
staan. Ondanks de toename van Ekster en Zwarte
Kraai groeide ook de zangvogelstand driftig mee
met de zich ontwikkelende boerderijbeplantingen
en aanplantingen rond de kreken zoals Schelp-
hoek. Ouwerkerken Dijkwater.
Voor de meeste vogelaars en natuurbescher
mers is de groep kraaiachtigen dan ook een zeer in
teressante groep. Als geen ander weten de meeste
kraaiachtigen te profiteren van de aanwezigheid
van de mens. Cultuurvolgers en rasechte opportu
nisten zijn het, bijna menselijke eigenschappen.
Kauwen op de kering
28 maart 1996. Ik ga -zoals gewoonlijk- per fiets
van Haamstede naar mijn werkplek op Neeltje
Jans. Vlakbij hetTopshuis, het bedieningsgebouw
van de Stormvloedkering, komt een Kauw met
nestmateriaal in de snavel voorbij. Nieuwsgierig
geworden stop ik en volg de vogel. De Kauw strijkt
neer op de eerste pijler in de stroomgeul Schaar van
Roggenplaat en verdwijnt vervolgens tot mijn
grote verbazing in een van de nissen. In de nis blijkt
een vrijwel afgerond nest te zitten! Dat jaar brengt
ditkauwenpaar drie jongen groot. Het jaar daarop,
in 1997 zijn er drie nesten: dezelfde plaats op de
eerste pijler ('SI') en twee nesten op de zesde pijler
("S6").
De kolonisatie zet zich in 1998 voort; ik vind in
totaal zes nesten op pijlers in alle drie de stroom-
geulen van de Oosterscheldemonding. Naast de
drie genoemde nestlocaties in de Schaar van Rog
genplaat (een nest op S1twee op S6) werd een nest
aangetroffen op pijler H5 in de stroomgeul Ham
men (tussen Schouwen en eiland Roggenplaat),en
een nest op respectievelijk pijler S29 en S31 in de
stroomgeul Roompot tussen Noord-Beveland en
Neeltje Jans.
De Kauw is in Nederland vooral broedvogel van
natuurlijke en kunstmatige parklandschappen. In
vrijwel boomloze landschappen is de soort schaars.
De broedplaatskeuze in de totaal boomloze mon
ding van de Oosterschelde is dus opmerkelijk. Het
voedsel van de soort is zeer gevarieerd en bestaat
uit allerlei zaden, insekten en aas. Zelf constateer
de ik regelmatig fouragerende Kauwen op de gra
zige vlakten bij het Topshuis op Neeltje Jans. Ook
op kadavers van (veelvuldig) doodgereden konij
nen werd systematisch geaasd. Voorts zijn de ge
noemde Kauwen in de monding van de Ooster
schelde grotendeels standvogels: het hele jaar door
verblijven de Kauwen op de Pijlerdam en slapen
zelfs op de pijlers en in de nesten.
Een verdere kolonisatie van de Oosterschelde
kering lijkt niet uitgesloten en zelfs voor de hand
liggend. Wel moet opgemerkt dat alle tot nu toe ge
vonden nesten in op het Oosten gerichte, ronde
hefogen (zie foto) van de pijler-hamerstukken zijn
gevonden welke aan de achterzijde door een meta
len kast zijn afgesloten. Hierdoor ontstaan 'tocht-
loze" nestopeningen. Deze situatie doet zich bij een
tiental van de in totaal 65 pijlers voor; er is dus een
beperking.
Eksternest in mast van windturbine
Nog nauwelijks bekomen van de verrassing van
de Kauw in maart 1996,of er diende zich al weer een
verbazingwekkend bouwsel aan. In de eerste week
van april 1996 verschij nt er een nest van een Ekster
in een windturbine op het eiland Roggen plaat,zo'n
kilometer ten Noorden van Neelje Jans. Een be-
84