Op stap
Commissie
met Gerard Ouweneel
Onze Lachstern van de Knardijk heeft het niet gehaald. In het rapport '"Zeldzame en schaar
se vogels in Nederland in 1991gepubliceerd in Limosa,staat de waarneming niet vermeld. Dus
het lachsternexamentje dat wij op verzoek van de Commissie aflegden.bleek onvoldoende. Aan
dat rapport uit 1991 ging een doorwrocht wikken en wegen door de Commissie Dwaalgasten
Nederlandse Avifauna, de CDNA vooraf. Deze waakt er over dat geen onwaarachtige vogel
soorten de Nederlandse avifauna worden binnengeloodst. De vogelaar die bij het CDNA
aankomt met een binnen de landsgrenzen waargenomen Lepelbekstrandloper -kansen
overigens vrijwel nihil - kan rekenen op aanzienlijk steviger hersenspoelingen dan het het lach-
sternexamen dat wij aflegden.
De CDNA is natuurlijk onmisbaar en de taak
moeilijk. Want de leden moeten een oordeel geven
over waarnemingen van anderen. Wie garandeert
dat waarnemers bij het opmaken van hun rappor
ten, zich niet hebben laten inspireren door kant en
klaarleksten uit veldgidsen Hetgeen niet de be
doeling is.
"Birdwatch", een Engels vogel(aars)tijdschrift,
publiceert soms waarnemingsrapporten. Britse
commissieleden geven dan in een volgend nummer
commentaar. In Engeland worden vraagstukken
rond nieuwe soorten voor de lijst.nognet niet voor
gelegd aan het Lagerhuis. Soms scheelt dat niet
veel. Zeker na de kwestie van de "Hastings Rari
ties". Eerder deze eeuw kwam het Zuidengelse
plaatsje Hastings met opmerkelijk veel premières
op de proppen voor de Britse lijst. Steevast waren
dat "verzamelde voorwerpen". Zo'n verfomfaaid
vogellijkje was toen geld waard. Onder verdenking
dat rond Hastings om geldelijk gewin met de puur
heid van de Britse lijst gesold was, werden ruim der
tig jaar geleden de meeste Hastings Rarities ge
wipt. Die voltreffer galmt nog na.
Barst
Ook in Nederland is geschrapt en ontstond dei
ning. Toegegeven, je moet lef hebben waarnemin
gen van anderen, vaak gedaan op tijdstippen waar
op de beoordelaar nog niet was geboren, als
"onvoldoende gedocumenteerd" te onttronen.
Een in het veld vergrijsde vogelaar vertrouwde mij
eens toe "Gerard, ze hebben me niets overgela
ten". Zo komen alle zichzelf en de Nederlandse lijst
respecterende vogelaars onverbiddelijk de CDNA
tegen. Bij mij ging het over een Scharrelaar. In die
doodstille wat mysterieuze hoek van de Ambachts
heerlijkheid Cromstrijen, trof ik er een op 2 juni
1979. Volmaakt gelukkig heb ik de vogel zitten be
kijken. Toen ben ik vrienden gaan halen. Om de
emotie te delen en samen te genieten van die helge
kleurde vogel in het gouden avondstrijklicht.
De volgende ochtend was de vogel vertrokken. Op
weg naar...? Een paar weken eerder had ik ze over
de Spaanse steppen noordwaarts zien trekken:
blauwe reuzenvlinders in het scherpe mediterane
licht.
De Scharrelaar werd gemeld.Toen,veel later.het
1979-rapport uitkwam, stond hij als onbevestigde
waarneming. Wat verbolgen vroeg ik rekenschap.
"U hebt nagelaten te vermelden waarom uw vogel
geen Indische Scharrelaar was" kwam als reactie.
"Barst" dacht ik en ook omdat er heisa was over fo
to's van een burgermeesterachtige meeuw die
nooit meer terugkwamen, viel het besluit niet lan
ger bij de Commissie met waarnemingen te sollici
teren. En werd zelfs geen werk gemaakt van die
Blauwe Ekster op het Muiderzand van 14 mei 1988.
Trouwens, wie weet was dat een ex. kooivogel.
Maar goed, in het vogelaarswereidje kunnen
zaken lang nasmeulen en natuurlijk moet de
CDNA haar ondankbaar werk doen. De Hastings
Rarities werden tussen 1905 en 1919 verzamelden
in 1962 ontmaskerd. Nog wordt geredetwist. En
ook over onze Witkapnoddy op de Banc d'Arguin.
waarvan Gerard Steinhaus destijds tevreden vast
stelde "zo jongens, daarmee maken we een beste
beurt", zijn nu nog Engelsen bezig. Dus misschien
krijgen die Lachstern en Scharrelaar eens gratie.
Zou de waarneming van een vorkstaartachtige meeuw op
2 november 1998 Haringvlietsluizen Stellendam, met de
nevenstaande foto's door de Commissie als "voldoende
gedocumenteerd "worden beschouwd?
Foto's:Gerard Ouweneel.
66