De Kerkuil op Goeree Overflakkee
Ger Maat kamp
De Kerkuil Tyto alba is een schaars voorkomende broedvogel in Nederland en in het bijzon
der in Zuid-Holland.
Door de vogelwerkgroep Goeree Overflakkee worden al jaren vogeltelgegevens bijgehou
den. Uit de gegevens blijkt dat de Kerkuil slechts zelden op ons eiland wordt waargenomen. Dat
is natuurlijk niet zo verwonderlijk omdat we hier te maken hebben met een vogel die pas actief
wordt als het donker begint te worden.
Uit de periode 1970-1990 is ons geen enkele zekere waarneming bekend. Pas na 1990 komen
er zekere waarnemingen bij de vogelwerkgroep binnen.
Als we bedenken dat de Kerkuil zich overdag
voornamelijk ophoudt in schuren en het mannetje
erg luidruchtig is als hij een vrouwtje in "zijn"
schuur probeert te lokken,dan is het bijna ondenk
baar dat een paartje Kerkuilen onopgemerkt zal
blijven in een schuur, zeker als ze jongen hebben
die duidelijk blijk geven van hun aanwezigheid.
Kortom, we mogen voorzichtig concluderen dat in
de periode voor 1990 de Kerkuil een zeldzame ver
schijning was op Goeree Overflakkee.
Vergeleken met de rest van Nederland valt op dat
de Kerkuil in de provincies Zuid- en Noord-Hol
land marginaal vertegenwoordigd is (Tabel 1).
Zoals ook uil de tabel blijkt is 1997 een zeer slecht
jaar geweest voor de Kerkuil in Nederland. De
sterke achteruitgang werd veroorzaakt door de re
latief strenge winter, maar in belangrijkere mate
door het feit dat 1997 een zeer slecht muizenjaar
was.
Omdat er op Goeree Overflakkee zo weinig
Kerkuilen voorkwamen, is in het begin van de ne
gentiger jaren een kerkuilenwerkgroep Goeree
Overflakkee opgericht, voortkomend uit de vogel
werkgroep. Deze werkgroep stelt zich met name
ten doel het bevorderen van de nestgelegenheid
van de Kerkuil op Goeree Overflakkee. Hiertoe
heeft de werkgroep in de afgelopen jaren ruim
veertig nestkasten geplaatst. Deze kasten zijn
voornamelijk geplaatst in schuren, en zijn ver
spreid over het gehele eiland.
Broedgevallen
In 1994 kon door de werkgroep het eerste broed-
geval op Goeree worden geregistreerd. Dit betrof
een paartje Kerkuilen dat tussen een stapel stroba
len in een schuur, waar overigens ook een kerkui-
lenkast beschikbaar was, een nest met jongen had.
Vanaf 1994 heeft in diezelfde schuur elk jaar een
paartje Kerkuilen gebroed,met als hoogtepunt een
tweede legsel in 1997 en een nest met zeven jon-
Tabel 1. Het aantal broedparen in Nederland was in de
jaren 1994l/m 1997 globaal als volgt verdeeld over de ver
schillende regio's. (Bron.'Vogelbescherming Nederland).
1994
1995
1996
1997
Groningen
35
40
68
55
Friesland
210
220
307
245
Drenthe
135
140
195
118
West Overijssel/
Noord Oost Polder
130
138
143
97
Twente/Achterhoek
-
-
192
82
Veluwe Utrecht Betuwe 60
70
108
45
Flevoland
45
45
70
28
Noord Holland
-
19
26
15
Zuid Holland
3
2
4
3
(Goeree Overflakkee)
1
X
1
2)
Zeeland
40
60
69
45
Noord Brabant
130
125
159
58
Limburg
25
50
51
25
Totaal
813
749
1392
816
gen in 1998. Tot en met 1997 was deze locatie de
enige bekende van de Kerkuil op Goeree Over
flakkee.
Maar 1998 gaf een ander beeld met een specta
culaire toename van het aantal broedparen op
Goeree Overflakkee. In totaal zijn door de kerkui
lenwerkgroep op Goeree Overflakkee vijf ver
schillende broedlocaties gevonden. Deze broedlo-
caties zijn vastgesteld in de omgeving van
Ouddorp. Goedereede. Sommelsdijk en zelfs twee
locaties in de omgeving van Herkingen. In totaal
zijn erop Goeree Overflakkee.in het broedseizoen
1998. drieëntwintig jongen geboren, verdeeld over
drie broedsels van drie jongen en twee broedsels
met zeven jongen. In een van de gevallen met drie
jongen betrof het een tweede broedsel.
In alle gevallen betrof het hier de donkere onder
soort van de Kerkuil Tyto albaguttata.
68