Wintervogels op Goeree-Overflakkee 1998 - 1999 Dick Wilbrink Weersomstandigheden Afgelopen winter vielen de meeste van onze tel- zaterdagen behoorlijk in het water. Pas in februari hadden we geluk met het weer. Gedurende de week voor de telling beleefden we zelfs een heuse vorstperiode met redelijk wat sneeuw. Diverse slo ten en kreken waren bedekt met ijs. Ook in maart hadden we goed telweer. Zonnig. 14°C. Overal was het zicht tijdens de tellingen goed, behalve in de cember, toen hadden we regen en mist. Tabel 1. Aantallen getelde ganzen op Goeree-Overflakkee in 1998-1999 Soort/datum okt. nov. dec. jan. feb. mrt. Rietgans 1 2.181 4.696 3.545 6.108 2 KI. Rietgans 6 - 25 10 66 - Kolgans 67 1.282 7.502 12.026 6.049 1.164 Grauwe Gans 2.447 10.163 10.761 4.958 5.029 1.413 Brandgans 268 12.457 18.253 16.389 21.865 17.800 Rotgans 324 506 389 971 1.445 849 Ganzen Een verrassend mooie winter beleefden we met de Rietgans. Zo waren ze in november al goed ver tegenwoordigd en dat is vroeg. December en janu ari waren in feite heel goede maanden. Maar pas in februari werd de top bereikt. Ook anders dan an ders, want meestal zijn in die maand veel Rietgan zen al weer vertrokken. Door de vorstperiode voorafgaande aan de telling hadden we te maken met vogels die waren blijven "hangen" of zelfs even een stukje terug waren gekomen. De februari- Rietganzen verbleven in de Krammerpolder en op de Krammerse Slikken. Ook deze winter waren de polders rond Ooltgensplaat en Achthuizen goed voorveel Rietganzen. In tegenstelling tot vorige winter werden nu wel Kleine Rietganzen waargenomen. Steeds in kleine groepjes, maar wel in diverse maanden. Ook voor de Kleine Rietgans was februari de beste maand. De maanden december.januari en februari brach ten ons eiland veel Kolganzen. Opvallend waren de grote groepen die gezien werden. In januari zaten 7.000 Kolganzen op de Zuidelijke Slikken, maar ook in de aangrenzende binnendijkse polders waren ze toen te vinden. Geheel in tegenstelling tot anders was het beeld in februari.Toen hielden veel Kolganzen zich op aan de oostelijke kant van Flak- kee, terwijl de pleisterplaatsen in de westelijke re gionen gelegen zijn. In het algemeen kunnen we vaststellen dat steeds meer Kolganzen de route naar Goeree-Overflakkee kunnen vinden. De Grauwe Gans doet het goed op Goeree- Overflakkee. In november en december werden zelfs twee keer meer dan 10.000 ex. geteld. Allerlei overheidsmaatregelen als het inperken van de jachttijden.het inrichten van speciale natuurgebie den voor de opvang van ganzen en de vergoedin gen voor boeren die ganzen op hun land gedogen, zullen zeker meegeholpen hebben aan de toename van het aantal (Grauwe) ganzen. In polder Ooie vaarshoeve bij Den Bommel werden in december 3.300 ex. geteld en dat was vroeger een maandto- taal voor het hele eiland. Een andere uitschieter waren de 3.200 ex. op de Noordelijke Slikken in no vember. Misschien mogen we nog een verdere toe name verwachten, want op verschillende plaatsen zijn boeren overgegaan op veehouderij en op die nieuw ingezaaide weilanden verblijven al regelma tig ganzen. De trots van Goeree-Overflakkee, de Brand gans, haalde afgelopen winter niet de score van de jaren ervoor, toen regelmatig meer dan 30.000 Brandganzen werden geteld. Deze keer bleef het maximum hangen op 21.865 ex. en dat was in de bij zonder mooie februari-telling. De Zuiderdieppol- der zag er toen prachtig uit omdat 9.600 Brandgan zen zich daar verzameld hadden. Wel hoog was de score in maart toen nog steeds 17.800 ex. genoteerd konden worden. Dat was in die maand nog nooit zo hoog geweest. In de andere maanden vielen de re sultaten tegen. In zoverre men van tegenvallers mag spreken, want de natuur is een dynamisch ge heel en we moeten vaak maar afwachten wat er komt. Enige oorzaken voor de wat teruggelopen aantallen zijn op dit moment niet voorhanden. Vol gende winter zullen we wel weer zien. hoe het staat met onze eilandelijke trots! Het was al weer een paar jaar geleden dat we meer dan 1.000 Rotganzen op ons eiland konden begroeten. Maar in februari was het dan weer zo ver. 1.445 Rotganzen. De plaatsen waar ze zich op houden zijn al jaren dezelfde, aan de zoute Greve- lingen-zijde, zowel op het water als in de aangren zende polders en aan de Krammer-zijde. Een verrassing was het dan ook dat een grote groep ("de grote groep") van 1.200 Rotganzen werd 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 45