De Kerkuil Eén avond in de week kwam de burgemeester schaken. Een vrijgezel. Hij wandelde dan van het dorp naar het witte dijkhuis voorbij de boerderij 'Stadhoek' waar sinds mensenheugnis kerkuilen huisden. Hij was er vast van overtuigd dat die je ogen uit konden drinken en voelde zich elke week een lafaard en een held. Ik luisterde naar die vreemde verhalen - de lach van mijn moeder klonk wat spottend - en geloofde de volwassenen al niet meer, maar ging met buurjongens naar de schuur 'Hier, voel maar. uileneieren',zeiden zij en ik tastte in een koude hoop afgekloven muizen die rond het legsel lagen. Later spijkerden zij de grote kerkuil als een christus tegen de schuurdeur;zijn beveerd skelet weerde nog jaren boze geesten af. Hans Warren Uit:Hans Warren, 1974. Betreffende Vogels Erven Thomas Rap, Amsterdam met bijbehorende illustratie van H.J. Slijper 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 13