Herrie in Haamstede De Schildraaf,een nieuwe 'exoot' op Schouwen Ted C.J.Sluijter Op 20 juli 1998 lag ik 's-ochtends nog een beetje na te dommelen in bed in mijn woning aan de Repel in Haamstede. Al geruime tijd klonk buiten een onbekend diep krassend vogelgeluid. Het was onmiskenbaar het geluid van een kraaiachtige.maar sterk afwijkend van de mij bekende in heemse soorten. Nietsvermoedend stak ik -toch maar- mijn hoofd buiten het dakraam en ik kon mijn ogen niet geloven. Voor mij, op nauwelijks 20 meter afstand, op het dak van de buren zaten twee kraaien met een zwart-wit verenkleed. De vogels hadden ongeveer de afmeting van een gewone Zwarte Kraai. Beide toonden een spier witte borst die doorliep in witte rand rond de nek. Iets wat direct opviel was ook de blauw-paarse weerschijn van met name de staart en andere zwar te veren. En hoewel nog maar net wakker, dacht ik door de genoemde kenmerken in opperste verwar ring eerst aan een kruising tussen een Zwarte Kraai en een Ekster. De twee vogels zaten dicht tegen el kaar aan en hadden allebei een behoorlijk kale nek. Omdat ik nog nooit van een kruising tussen Kraai en Ekster gehoord had,ging mijn vermoeden direkt uit naar ontsnapte of uitgezette uitheemse exemplaren. Vooral de kale nekken zouden kun nen wijzen op het feit dat de dieren in gevangen schap -in een waarschijnlijk kleine ruimte- elkaar hadden zitten 'pluimen'. De Schildraaf In forse sprint werden de vogelboeken erbij ge haald. Na enig gezoek in de Cramp Perrins (1994) bleken het Schildraven (Corvus albus) te zijn. De Schildraaf is een kraaiensoorl die in Afrika, op Madagascar, de Comoren en de eilandengroep Albarda in de westelijke Indische Oceaan voor komt. De soort komt daar ook in de nabijheid van mensen voor. De meest noordelijke waarnemin gen zijn gedaan in het uiterste zuiden van Algerije en Libië (Cramp Perrins 1994). In de weken en maanden najuli '98 bleven de dieren trouw Haam stede bezoeken. De Schildraven maakten uitstap jes over heel Schouwen, want ze zijn gezien bij Noordwelle, de Schelphoek en zelfs Kerkwerve. Door menig dorpsgenoot werd ik in die dagen ge beld wat dit voor vreemde dieren betrof. Vrijwel ie dereen repte over het enorme lawaai dat ze maak ten. De onbekendheid met de soort bracht een aantal waarnemers tot de vreemdste determina ties, tot zelfs aasgieren(!) toe. Daar zullen die kale nekken wel debet aan zijn geweest. Overigens raakten de nekken in de loop van het najaar weer volledig bevederd, zodat ik de dieren in 'pracht- kleed' heb kunnen aanschouwen. De winter in Kraaiachtigen zijn tamelijk opportunistische dieren die een breed menu hebben. Een andere kraaiensoort uit het Midden-Oosten, de Huis- kraai, heeft het 'm namelijk in ons land al gelapt. Sinds 1994 zittenertweeHuiskraaien bij Hoek van Holland (vermoedelijk exemplaren met tankers meegekomen). Er is inmiddels sprake van succes volle broedgevallen. Ook op ons eiland is al een keer een Huiskraai gezien (Vergeer 1995). Dit gegeven gaf aanleiding tot de veronderstel ling dat ook deze dieren de winter wel door zouden komen. Inderdaad werden enkele nachtvorsten doorstaan begin november 1998. Waarschijnlijk hebben de dieren zo lang stand gehouden omdat ze voldoende voedsel konden bemachtigen. Zo wer den de dieren in II aamstede vrijwel dagelijks bijge voerd metkattebrokken (med.P.H.van Rij). Verder meldden diverse waarnemers (med. P.van Dalsen.mw. Francois) het fourageren op bij voorbeeld oogstresten van maïs in de omgeving van Haamstede. Toch hebben de dieren de winter niet overleefd. Vanaf begin november 1998 heb ik nog slechts één dier waargenomen. De laatste waarnemingen van dit overgebleven exemplaar stammen van 30 de cember 1998. Ik neem daarom aan dat de dieren beide zijn omgekomen .Haamstede kan aldus weer rustig slapen, zonder Schildraven Literatuur Cramp S.& Perrins C.M.(eds). 1994. Handbook of the Birds of Europe,the Middle East and North Africa,Volume Vil I,Crows to Finches. Oxford University Press, Oxford/New York Vergeer, J.W. 1994, Een verstekeling aan het Watergat. Sterna 40:88-89 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 19