spreekbaar voor de mensen. Ook na Dolle
Dinsdag 5 september 1944 bleef hij op zijn
post. Vanaf 1 januari 1944 hield hij een dag
boek bij, dat hij gebruikte bij de samenstelling
van een handschrift (1978-1982) waarin hij de
gebeurtenissen en zijn eigen rol daarin be
schreef. Na de oorlog is hij geïnterneerd ge
weest en veroordeeld, zijn gevangenschap als
politiekdelinquentduurdeongeveerevenlang
als zijn burgemeesterschap -2 jaar- maar in
werkelijkheid hield de oorlog hem ook daarna
altijd bezig. Jan Boot was volstrekt niet ge
heimzinnig over zijn eigen verleden en vertelde
mij erover bij onze eerste kennismaking. On
vermoeibaar heeft hij zeer veel excursies geleid
en lezingen gegeven. Boven de overlijdensad
vertentie stond "Zijn leven was dienen" en
daarmee is Jan Boot goed gekenschetst.
Door z'n eigen geschiedenis was Boot een
voorzichtig man geworden, die altijd door pra
ten een uitweg probeerde te vinden. Ook wilde
hij als voorzitter van de Vogelwacht geen extre
me standpunten innemen. In de Oosterschel-
de-kwestie hield hij zich daarom afzijdig, ge
voelig voor kritiek uit eigen kring van landbouw
en waterschap. Het is te makkelijk 25 jaar later
de toenmalige positie van de Vogelwacht te
veroordelen.
Cornelis Verton (Haamstede 1923)
Kees Verton is vanaf z'n jeugd geboeid door
planten. In 1962 werd hij lid van de Vogelwacht
en tussen 1970 en 1973 was hij secretaris van
het bestuur. We spraken met hem over de plan
tengeografie van westelijk Schouwen en over
de belangrijkste bestuurszaken uit het begin
van de jaren '70.
In zijn jeugd verkende Kees het gebied Hoge-
zoom-Lagezoom. Hij leerde er de namen van
planten die langs de 'wekkens' stonden. Bij
zonder in dat gebied was de Zwanenbloem, die
alleen in zoet water groeit. Na de inundatie in
1944 was de soort verdwenen, maar vanaf
1970 groeide de Zwanenbloem weer langs de
Oostweg en Boumansweg.
Al fietsend -nog steeds!- ontdekte Kees Verton
dat je kunt spreken van planten van Renesse,
zoals de Voorjaarshelmbloem die voorkomt tot
het begin van de Vroonweg en ook de Knikken
de Silene die je langs de Rampweg vindt. Een
typische plant van Westenschouwen noemt hij
de Gele Hoornpapaver die daar periodiek in de
buitenste duinen voorkomt, maar weer niet bij
Renesse. Tussen Westenschouwen en Koude-
kerke bloeit in mei prachtig de Pijlkruidkers.
Over de oorzaken van de verschillen in flora zit
Kees vaak na te denken, maar een sluitende
verklaring heeft hij nog niet gevonden. Ook het
voorkomen van Struikheide en Dopheide langs
de Vroonweg heeftz'n warme belangstelling. Is
het een autochtone plant of zijn deze soorten
onbedoeld geïntroduceerd met camouflage
materiaal tijdens de Duitse bezetting? J.P.C.
Boot vatte in de Sterna 1970-2 deze kwestie
samen in het artikel "De Schouwse Heide".
Kees Verton was met z'n zoon Bert jarenlang
actief als excursieleider naar de Meeuwendui
nen. "Toen is het kapitaal van de Vogelwacht
vergaard". Eenmaal vertrok Kees met 250 wan
delaars en Bert van 14 jaar oud met 200! De
laatste jaren worden de scholen door Staats
bosbeheer gedaan en het aantal deelnemers
aan de excursies nam sterk af. "Een andere
groep toeristen met minder belangstelling be
zoekt tegenwoordig de Kop van Schouwen".
Bert (J.A.) Verton schreef in de Sterna 1976 de
artikelenserie "Hoe heten de vuulten op
Schouwen?".
In het bestuur was heel belangrijk de statuten
wijziging waarin de verbrede doelstelling van
de vereniging werd vastgelegd. Veel werd
begin jaren '70 over de wegenstructuur van de
Westhoek vergaderd. Nog steeds hing de "L.C.
Hoogerhuis-boulevard" langs het strand van
Renesse tot Westenschouwen in de lucht. Die
kwam er niet en ook niet het parkeerterrein
achterin het Domeinbos. De verlenging van
RW 57 dwars door de Schelphoek ging na een
16