Het paradijs, genaamd Hompelvoet vliet gebeurde en ook geen aangepast peilbe heer, maar wel kwaliteitseisen ten aanzien van het maximale zoutgehalte. Het zoete water moet voor gebruik in land- en tuinbouw ge schikt zijn. Hoofdfunctie van het gebied is de belangrijke scheepvaartroute en op de tweede plaats komt de natuur. Watersport samen met drukke beroepsvaart kan tot riskante situaties leiden, zodat ten aanzien van de recreatie slechts enkele kleinschalige ontwikkelingen worden toegestaan. Om een waardevol na tuurgebied te krijgen en kwalitatief goed water wordt veel geïnvesteerd in de aanleg van oe ververdedigingen en eilandjes. Door veranderde inzichten en een grotere waardering voor de aanwezige natuur werd de Oosterschelde niet meer afgesloten met een dichte dam, maar ontstond het compromis van de Stormvloedkering. Hierdoor kon een uniek getijdengebied behouden blijven. Hoewel de afgesloten gebieden zich tot bijzonder waarde volle natuurgebieden ontwikkelen en de varia tie in landschappelijk opzicht zeker is toegeno men, verdween met de afsluiting ook een stukje van het eigen karakter van dit gebied, dat door Nescio gekarakteriseerd werd als: en 't tij kwam in en 't tij ging uit; 't water rees en viel." Het taalgebruik van de natuurbeschermers verraadt doorgaans een grote romantiek. De natuurbeleving gaat gepaard met diepe gevoelens. In de vijftiger en zestiger jaren komen we vaak het woord "paradijs" tegen, wat hierbij min of meer staat voor een ongerept gebied ver van storende menselijke activiteiten. De "woeste" gronden wor den ervaren als iets moois. Dit integenstelling tot de gangbare opvatting van boeren, calculerende burgers en overheden, die met "woest" land maar weinig ophadden en het meer zagen in zijn Engelse betekenis van "wasted land". Verspilde grond - land dat niet economisch benut kon worden was on-land, geen land. Verspillen wilden ze de grond zeker niet, de landbouwkundige ingenieurs van de Directie Wieringermeer, wanneer er dan geen landbouw mogelijk was viel er op de platen met houtteelt nog voordeel te behalen. "Tussen Springersdiep en Brouwershavense Gat, middenin de Grevelingen, daar ligt het. Groot en wijd als een lange en vrij brede sikkel, maar bestaande uit niet meer dan een paar enorme schelpenbanken met zandige en kleiige opwassen aan hun flanken. Het Engels slijkgras heeft er zich hier en daar in grote hoeveelheden gevestigd en van jaar tot jaar trachten zeer wisselende aantallen zeevogels er te nestelen. Voorde rest is dit paradijs - genaamd Hompelvoet - woest en ledig. En het is ook alvast beschermd als (toekomstig) natuurreservaat; vandaar dat u er niet zonder toestemming mag komen.11 Lang voor de afsluiting, in 1954, ging opzichter Vlietland uit Ouddorp daar eens een kijkje nemen. Hij vond er honderden nesten van de kokmeeuw, 88 van het visdiefje, 7 van de dwergstern, 5 van de strandplevier en 2 van de scholekster. Mensen kwamen er zelden. Als ze kwamen was het hun meestal om kokmeeuweieren of Citaten op blz 60 65 uit: Kees Hana. 1963. Goeree, paradijs voor bloemen, vogels en mensen. St. Natuurmonument De Beer, 's-Gravenhage 60

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 60