sterneitjes te doen. Op dat gebied hadden ze
op Schouwen een lange traditie. Zo schreef
Adriaen van Bommenee in zijn Testament
(1750): "Tussen 'teijland Schouwen en 't
eijland Goedereede heeft van meer als 200
jaaren een plaat gelegen in 't Brouwerhavense
Gat, die genaamt was Springer. Hetgeheugt
mijn, dat in den jaare 16c en in de negentig die
beg roest was en dat ik daareijeren heb opge
raapt." Eeuwenlang waren erdevogelarijen in
de inlagen aan de zuidkust van Schouwen van
waar dit soort eieren verhandeld werden. Men
was gesteld op de aparte smaak en de eieren
hadden handelswaarde, dus raapte je al snel
meer dan watje voor eigen gebruik nodig had.
Leden van de toen nog jonge Vogelwacht
Schouwen-Duiveland zullen op deze manier
wel gehoord hebben dat er op die zandplaat in
de Grevelingen veel vogels zaten, want vanaf
1956 wordt de Hompelvoet een jaarlijks excur-
siedoel. Met het beurtschip van de Gebr. De
Jonge uit Scharendijke gaan ze er heen. Op 5
juli 1958 gaan er zelfs 80 vogelvrienden
scheep, vermeldt het jaarverslag. Ofschoon
het weer niet meewerkt, genieten ze volop van
de overweldigende hoeveelheid vogels, nes
ten en eieren. De waarneming van twee flamin
go's houdt de gemoederen nog lange tijd
bezig. "Ons eiland boft toch wel met zulke ex
cursieterreinen bij uitnemendheid.staat er in
het jaarverslag. Over die waargenomen flamin
go's verschijnt er een berichtje in het Algemeen
Dagblad. Dat krantenbericht is dan weer aan
leiding voor drie jeugdige vogelaars uit de om
geving van Rotterdam om de volgende zater
dag zelf eens op onderzoekte gaan. In nr.2/3
van de Sterna uit 1995 verhaalt Gerard Ouwe-
neel hoe hij toen met Ben van der Velden en
Luuk Draaijer op de scooter naar Ouddorp reed
en vandaar naar de Hompelvoet roeide.
Het jaar daarop kiezen opnieuw ruim 80 sche
pelingen van de Vogelwacht het ruime sop naar
de Hompelvoet. "Ruim" is het sop echter niet
op de terugweg, want de boot zit vast en ze
moeten wachten op hoogwater voordat deze
loskomt. Maar dankzij enkele introducee's "on
miskenbaar goed met leiders- en dansgaven
bedeeld" duurde het wachten voor niemand te
lang. De meeste leden waren in dat opzicht
kennelijk minder bedeeld, maar ze hadden wèl
hun handjes laten wapperen door de vele hon-
behalve aan de inrichting en de ontwikkeling van na
tuur en recreatie, ook veel aandacht besteed aan de abi-
olische eigenschappen van het gebied. Dat betreft met
name de samenstelling van de bodem.de grondwaters
tanden en hel zoutgehalte. Als RIJP-man trad hij infei-
te in de voetsporen van zijn voorgangers bij de Directie
Wieringermeer.Met dit verschil.dat aan de hand van de
resultaten van het bodemkundig onderzoek nu geen
conclusies voor gebruiksmogelijkheden als landbouw
grond werden verbonden, maar een milieutypering
werd ontwikkeld.
Van de huidige natuur in de Grevelingen wordt door
mij een beeld geschetst in het boek van Staatsbosbe
heer "Aan de monding van Maas en Schelde" dat zo-
juistis verschenen.
Literatuur
Anonymus. Verslag van Honipelvoetexcursies in Sterna van
maartseptember 1970 en jaarverslagen van de Natuur-en Vo
gelwacht 195Sen 1959.
Anonymus.1968. De inrichting van het Grevelingenbekken.
Artikel in "Deltawerken", kwartaaltijdschrift Rijkswaterstaat.
Ouweneel, Gerard L., 1995. Weerzien met de Hompelvoet.
Sterna 40:46-47.
R.l.V.O.N. 1962. Vegetatie en fauna van GOEREE. Stichting
Natuurmonument De Beer, overdruk uil het jaarboek over
1961 van hel Wetenschappelijk Genootschap voor Goeree en
Overtlakkee.
Verhoeven Dr. Ir. B. Dr. A.J. Wiggers.1957. Over de bo
demgesteldheid van de fronden in Grevelingen en Brouwers-
havense Gat. rapport Directie van de Wieringermeer (Noord-
oostpolderwerken), Kampen.
Visser,Ing.J. 1995.Het Grevelingenmeer,natuurlijk ingericht
-Achtergronden van 25 jaar inrichting en beheer. Flevoberichl
nr. 378. Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied.
Fotoverslag van de excursie naar de Hompelvoel in
1970, waarbij de ontscheping uiteraard een spannend
onderdeel vormde. We zien coryfeeën als Freek
Schoonakkker en W.L.Kristelijn aan de riemen,terwijl
Wim Janse gereed staat het anker uit te werpen. Jacob
Viergever probeert de kolonievogelsop de plaat vast te
leggen. Foto's Teun Rosmolen.
62