Topografische kaart omgeving de Maire.uitg. 1989.
Oije. Vergeleken met zijn moeder-de douairiè
re Schimmelpenninck van der Oije-, die be
paald geliefd was op het dorp, zocht de nieuwe
baron weinig het contact met de plaatselijke
bevolking. Wel was hij al vroeg gegrepen door
de schoonheid van de natuur -niet in het minst
door zijn regelmatige verblijf op het Heeren
hof. Zijn geheel andere natuurvisie kwam me
teen tot uiting door het afschaffen van de feo
dale jachtpraktijken. Liever liep hij gewapend
met een kijker door het gebied om van de vo
gelrijkdom te genieten. De dorpelingen van
Oosterland. die als drijver een grijpstuiver bij
de jachtpartijen verdienden en het hele gebeu
ren ook erg spannend vonden, zullen waar
schijnlijk weinig begrip voor deze verandering
van zaken gehad hebben! Overigens was het
niet zo dat de jacht nu geheel uit het gebied ver
bannen werd. De jachtopziener bleef actief en
ook de eendenkooi draaide nog op volle toe
ren. Toch was de toon gezet, zo zou later blij
ken. In 1940 kocht de baron nog een eenden
kooi, en wel de fameuze kooi van Ellemeet,
midden in de toenmalige Prunjepolder. Het
ging hem duidelijk niet om de opbrengst (die
stelde vergeleken met de Oosterland-kooi niet
veel voor), maar wel om de enorme rijkdom
aan sterns, kluten en andere vogels van de toen
malige Prunjepolder, waar de Ellemeet-kooi
middenin lag.
Oorlog en ramp
De schokkende gebeurtenissen in het mid
den van de twintigste eeuw gingen bepaald niet
onopgemerkt aan het Maire gebied voorbij.
Tijdens de oorlogsinundatie van 1944 ver
dween een flink deel van het gebied onder een
laagje zout water. Zeer pijnlijk voor de baron
was het bombardement dat in januari 1945 een
einde maakte aan het bestaan van het Heeren
hof. Het huis is nimmer opgebouwd, heden ten
dage geven alleen de resten van de oude toe
gangspoort langs de Hoge Maireweg nog aan,
waar ongeveer we het huis moesten zoeken.
Heropbouw van het huis was trouwens tot mis
lukken gedoemd, want de watersnoodramp
van 1953 sloeg fors toe in hel gebied: dusdanig
zelfs dat de fundamenten van het huis slechts
met de grootste moeite terug waren te vinden..
De ramp maakte ook een einde aanhet bestaan
van de oude eendenkooi, die niet meer te her
stellen bleek. Datzelfde was het geval met de
kooi van de baron in de Prunje. Dat inundatie
en ramp naast het kooibos ook het leeuwen
deel van de overige bebossing had wegge
vaagd, spreekt voor zich.
Na de ramp: tijd van de grote veranderingen
Hoezeer baron Schimmelpenninck van der
Oije het verlies van zijn geliefde Heerenhof
ook betreurd zal hebben; het was voor hem
geen reden om zij n Dui velandse bezittingen op
te geven. Integendeel: door alle ellende heen
zag hij nieuwe kansen. Al snel stond hem voor
ogen om het oude Mairegebied geheel tot na
tuurreservaat te maken. Het verlies van zijn
eendenkooien werd gecompenseerd door het
verkrijgen van een flinke lap grond, grenzend
aan zijn oude bezittingen in de Maire. Hier
werd een nieuwe eendenkooi aangelegd, waar
op alleen de Wilde Eenden nog de nek omge
draaid mocht worden: de overige eenden wer
den hooguit gevangen om ze te ringen (dat
Opsterland
Oostlerlanc/
Oostersteijn
67