In het winterhalfjaar functioneert het meest
nabij de Oosterschelde gelegen deel van de
Maire als een -bescheiden- hoogwatervlucht-
plaats voor steltlopers uit de Oosterschelde.
Nog belangrijker is de functie als slaapplaats -
de enige op Schouwen- voor zo'n 2000 Grauwe
Ganzen en sinds kort ook vooreen gelijk aantal
Kolganzen..
Over andere faunawaarden valt helaas wei
nig te zeggen. Incidentele meldingen van Wa
terspitsmuis en Noordse Woelmuis doen ver
moeden dat deze zeldzame zoogdiertjes in het
gebieden voorkomen. Zeker is dat hel er we
melt van de Rugstreeppadden: ga maar eens
luisteren op een mooie vroege voorjaars
avond!
De vegetatie van het centrale deel van de
Maire wordt gekenmerkt door een afwisseling
van Zeeaster en zoete moerasvegetaties. Ook
de omringende graslanden hebben afwisse
lend zoete en zoute kenmerken. De talrijke
overgangen van zoet naar zout zijn op zich al
een garantie voor een -floristisch gezien- rijk
gebied. Niet bekend is. of vroegere bijzonder
heden als Rietorchis en Gevlekte Orchis nog in
het gebied te vinden zijn.
Waarom?
Tot slot van deze Maire-impressie dient de
vraag gesteld te worden waarom baron Schim-
melpenninck van der Oije zoveel geld en ener
gie heeft gestoken in het creëren van een moe
rassig natuurgebied,en wel op een moment dat
zulks volstrekt tegen de tijdgeest indruiste.
Daarbij dient trouwens wel bedacht te worden
dat de baron zeker niet een losgeslagen we
reldverbeteraar was; hij had menig zakelijk be
lang op Schouwen en elders, en over het alge
meen maakte hij zeker geen filantropische
indruk. Nee, het enige juiste antwoord op de
vraag is waarschijnlijk de diepgewortelde lief
de voor de natuur, en dan met name de water
en moerasvogels, die de baron in zijn vroege
jeugd juist rond Oosterland opdeed. Schrijver
dezes mocht een aantal jaren terug enkele
lange gesprekken voeren met de baron in zijn
villa te Wassenaar en was zeer onder de indruk
van de manier waarop hij over de Maire en haar
vogels sprak. Hier was duidelij k sprake van een
diepe genegenheid! Ongetwijfeld zal de na
tuurliefde van de baron gevoed zijn door pio
niers als Thijsse en Heimans, die in zijn jonge
jaren volop actief waren.Trouwens, in veel van
de toentertijd ontstane natuurbeschermings
verenigingen speelde de adel een belangrijke
rol; mede door haar maatschappelijk aanzien
en omvangrijke geldbuidel kon natuurbe
scherming steeds duidelijker gestalte krijgen.
Het valt zeer in de baron te prijzen dal hij be
greep hoe belangrijk rust voor een natuurge
bied is. Een beetje jammer is wel. dat ook seri
euze onderzoekers nauwelijks de kans krijgen
om de ongetwijfeld grote waarden van het ge
bied in kaart te brengen. Voor het beheer van
het gebied en voor belangrijke kennis omtrent
voorkomen en verloop van diverse organis
men, zou ruimte voor meer onderzoek in het
gebied zeker gewenst zijn. Momenteel is de
Maire ongetwijfeld de minst bekende van alle
belangwekkende Zeeuwse natuurgebieden.
Bij mijn gesprek met de baron viel op. hoe
zeer hij de ontwikkelingen die leidden tot het
verdwijnen van rijke vogelgebieden als de
Prunje en vele andere Schouwse parels be-
greep.Tegelijk wilde hij ook die vogels een kans
geven. Niet zozeer voor het nageslacht (dat hij
zelf trouwens niet heeft) .nee, puur voor die vo
gels zelf. Dat was de belangrijkste drijfveer
voor de eerste echte natuurontwikkelaar op
Schouwen-Duiveland! -
Geraadpleegde literatuur
Capelle L.A. 1982. Oosterland in oude ansichten. Europese
Bibliotheek, Zaltbommel.
Rosmolen T.W. 1984. Eendenkooien en hun kooikers op
Schouwen-Duiveland. Kroniek van het land van de zeemeer
min 9:85-104.
Vergeer J.W. 1986. Eendenkooien. In: Werkgroep Avifauna
Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland: De Vogels van
Schouwen-Duiveland. De Vries, Zierikzee.
Vijverberg J. 1962. Om en bij 'tHeerenhof.ZeeuwsTijdschril't
12(3): 68-74.
Werkgroep Avifauna Natuur-en Vogelwacht Schou
wen-Duiveland. 1986. De Vogels van Schouwen-Duiveland.
De Vries, Zierikzee.
Wijngaarden W. Van. 1993. De vegetatie van Noord-Zee
land. Rapport Provincie Zeeland,Middelburg.
Verder vee!dunk nun C. Berrevoets, S. Rosmolen
en T. Rosmolen voor het leveren van belangrijke
aanvullende in formatie.
69