'Voor den kooiker blaze men op den hoorn' Gerard Ouweneel Door particulieren werden op Schouwen-Duiveland tussen 1888 en 1895 vier eenden kooien aangelegd. Van die vier bestaat thans alleen nog die bij het Watergat in de dui nen van Renesse. De andere verdwenen. De kooi in de Westerse Laagte te Haamstede was slechts een kort leven beschoren. Die van Ellemeet overleefde de watersnood ramp en de daaropvolgende herverkaveling niet en dat gold ook voor de eerste kooi van Oosterland, die lag aan de Geule, tussen Oosterland en Viane. Voor het verlies van deze kooi kwam die in 'De Maire', de tweede die Schouwen-Duiveland thans bezit. Nog bestaand of verdwenen, alles wat over de eendenkooien te achterhalen valt, is welkom bij Teun Rosmolen, bestuurslid van onze Natuur- en Vogelwacht en afstamme ling van een kooikersfamilie bij uitstek. Want Teun's grootvader en vader waren actief in vier eendenkooien. 'Met weemoed denk ik eraan terug...! Want ik had alle vrijheid, een leven als God in Frank rijk". Aan het woord is Simon Rosmolen.Teun's vader. 9 i jaar oud. Hij vertelt over zijn tijd als kooiker op de eendenkooien van Schouwen- Duiveland. Wij zitten in Teun's tuin. aan de rand van Zierikzee. Rondde rotonde vóór zijn huis circuleert traag het Schouwen-Duive- landse recreatieverkeer van een zomerzon- dagmiddag, bootjes en surfplanken zeulend of caravans voortslepend. In de tuin herleeft een historie die veel verder teruggaat dan de begin jaren van onze Natuur- en Vogelwacht. Wij lui steren naar de twintigste eeuw zoals die op Schouwen-Duiveland was, naar de eeuw van Simon Rosmolen. Na 9 jaar de kooi in de Westerse Laagte bij Haamstede te hebben gedreven, betrok Si mon's vader Teunis zomer 1900 de eendenkooi van Renesse. Daar werd in 1908 Simon gebo ren. Op 1 mei 1916 verhuisden de Rosmolens naar de in 1895 aangelegde eendenkooi van El lemeet. Teunis Rosmolen kwam daar in loon dienst. In 1933. toen Teunis 67 jaar was. trok deze zich terug uit het kooikersvak. Simon, toen 25, volgde hem op. "Ik was bij de Dienst Zuiderzeewerken" vertelt hij.'maar dat liep af. Natuurlijk had ik mijn vader in de kooi gehol pen. dus ik kende het vak. Ik kreeg het prima. Bij de kooi-eigenaar mijnheer Jochems stond ik voor 10 gulden per week op de loonlijst. Daar kwam bij 5 cent kopgeld per gevangen eend. Dan waren er nog inkomsten uit de verkoop van gevangen paling en opbrengsten uit ge raapte meeuweneieren. En natuurlijk had ik geiten en kippen en was er een landje met aard appelen. Tweemaal per jaar kwam mijnheer Jochems op bezoek. In een auto met chauffeur, een open Mercedes Benz.zo'n auto als waarin je nu op oude films die Nazibonzen ziet rijden. Denk erom dat mijnheer Jochems de boeken scherp controleerde. En al die tijd stond de chauffeur stram te wachten...! Maar verder was ik mijn eigen baas'. Begin 1940 kocht F.A.L.C baron Schimmel- penninck van der Oije de kooi van Ellemeet en alles wat rondom lag. Deze bezat reeds de kooi van Oosterland. De baron wist Simon Rosmo len over te halen daar te gaan kooien. Op 1 mei 1940,10dagen voorde Duitse inval,gingSinron met zijn gezin over. Daarbij bevond zich'onze' zesjarige Teun. Zijn vader vertelt: 'In februari 1944 moesten wij evacueren. Dal deden we niet. We doken onder, want er waren genoeg voorraden. Vanuit het kooihuis zagen wij het water langzaam stijgen. Het was een leven van overdag slapen en 's nachts brood bakken en nog wat groente uit een droogliggend tuintje halen. Op 15 augustus 1944 werden we opge pakt en, na strenge ondervraging, verbannen 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 70