Korte bijdragen
Broedgeval van Blauwe Kiekendief op de Hompelvoet in 1999
Het laatste jaar van deze eeuw had voor de vogelwachters op de Hompelvoet enkele verrass
ingen in petto. Onverwacht steeg het aantal broedparen van de Grote Stern naar een ouder
wets hoog niveau (4100) en kon er bovendien een succesvol broedgeval van de Blauwe
Kiekendief genoteerd worden.
De Blauwe Kiekendief is in Nederland een
zeldzame broedvogel, waarvan het merendeel op
de Waddeneilanden broedt. De laatste jaren
neemt het aantal broedparen in dit bolwerk af,
mogelijk als gevolg van voedsel- en nestplaats-
concurrentie met de forsere Bruine Kiekendief.
Deze soort nam op de Waddeneilanden in de af
gelopen decennia flink toe. Buiten de Waddenei
landen komen slechts enkele Blauwe Kiekendie
ven tot broeden.
In het winterhalfjaar is de Blauwe Kiekendief
een vogel die je in open landschappen regelmatig
tegenkomt. De meeste Bruine Kiekendieven zijn
dan naar het zuiden getrokken en wanneer je in ja
nuari of februari een kiendief ziet, is het vrijwel al
tijd een Blauwe. Het merendeel van deze vogels is
in vrouwtjeskleed: grauwbruin met als opvallende
kenmerk de witte stuit. Het gaat hierbij om vol
wassen vrouwtjes en jonge vogels waaronder zich
ook lejaars mannetjes kunnen bevinden. De klei
nere, mooi blauwgrijs gekleurde volwassen man
netjes krijg je bij ons veel minder vaak te zien. Ze
overwinteren gemiddeld wat noordelijker dan de
zwaardere vrouwtjes. De meeste Blauwe Kieken
dieven zijn eind maart/ begin april weer vertrok
ken, maar het gebeurt regelmatig dat exemplaren
tot in meiergens blij ven hangen. Je hoopt dan altijd
dat het bij zo'n late vogel tot een broedgeval komt.
Dit voorjaar vertoonde een 2 Blauwe al vroeg
'verdacht' gedrag door op 12 april vanuit het stru
weel te gaan zitten roepen. Enkele dagen later,op
15 en 16 april werd balts van cf en 2 waargenomen
boven een andere plaats in het struweel, waar
later het 2 weer zat te roepen. De vogels werden
tot 7 mei met enige tussenpozen waargenomen,
meestal het 2 en soms het cfeen enkele keer bei
den tegelijk. In de periode van 7 tot 20 mei was er
slechts 1 waarneming (cf), zodat we achter een
mogelij k broedgeval steeds meer vraagtekens be-
gonnen te plaatsen.Vanaf 20 mei, toen beide kie
kendieven weer samen boven de bekende plaats
roepend rondvlogen werd het aantal waarnemin
gen frequenter. Vrijwel dagelijks werd het cf nu
waargenomen, ondermeer prooi overhandigend
aan het 2 op 24 april. Broeden leek nu vrijwel
zeker. De preciese plek van het nest hebben we
nooit helemaal kunnen vaststellen. De broed
plaats bevond zich in een ontoegankelijk duin
doornstruweel van gemiddeld drie meter hoog.op
50 tot 100 meter van de dichtstbijzijnde open plek.
Het terrein ter plaatse is vlak. Wel bevinden zich
binnen het gesloten struweel mogelijk nog kleine,
meer open plekken met overjarige stengels van
wilgeroosjes.Dauwbramen.Riet en Duinriet.
Vanaf de derde week in juni begon het vrouwtje
in de wijde omgeving van de nestplaats te alarme
ren. Een vrij snel gekekker, veel minderscherp dan
het geluid van de Bruine Kiekendief, waarvan we
dit jaar twee broedpaar hadden op de Hompel
voet. Op 9 juli vloog het eerste jong rond en op 17
juli werden drie jongen waargenomen. Daar bleef
het bij. Tot 22 juli werden de drie jongen gezien,
daarna bleef alleen het 2 met 1 jong tot in augustus
achter. Het cf werd op 23 juli voor het laatst gezien.
Het was opvallend dat het mannetje tot half juni
zo weinig jagend op de Hompelvoet werd gezien.
Verschillende keren zagen we de vogel uit ZW-
richting over het water komen aanvliegen. Later
hoorden we dat de Blauwe Kiekendief in deze tijd
's ochtends geregeld tussen Scharendijke en
Brouwershaven binnendijks gezien was. Kenne
lijk viel er op Schouwen wat te halen, want he
melsbreed was dat toch een kilometer of zes,
zeven van de broedplaats verwijderd. Een enkele
maal zagen we het mannetje vanaf het veel dich
terbij gelegen Goeree naar de Hompelvoet vlie
gen. Het vrouwtje zagen we zelden jagen, was al
tijd in de nestomgeving in de jongentij d. Wèl lagen
er langs de paden door het struweel en langs de
randen daarvan, zeldzaam veel plukresten van
Spreeuwen, Merels, Zanglijsters en Kneutjes,
meest jonge vogels. Vanaf eind juni joeg het man
netje veel op het oostelijk open deel van de Hom
pelvoet, ondermeer rond de vogelwachterswo-
ning, zodat we volop konden genieten van deze
fraaie vogel. De reactie van Kokmeeuwen en
sterns op zijn verschijnen boven de broedkolonie
was meestal erg lauw. Grotere kuikens hadden
72