Dagvlinders in 1999 Dagpauwogen waren opvallend schaars.Foto:Henk Harmsen. enkele indrukken uit het veld Kees de Kraker Bij het opmaken van een soort natuurbalans, waar verschillende instituten zich tegenwoordig mee bezig houden, komen we regelmatig de conclusie tegen, datalgemene soorten steeds algemener worden en zeldzame, steeds zeldzamer". Een kreet die kennelijk gemakkelijk blijft hangen, want door allerlei personen wordt deze uitspraak herhaald. Het is echter de vraag of deze conclusie wel geheel op waarheid berust. Kijken we eens naar een aantal zeer algemene vogelsoorten als Huismus, Spreeuw, Veldleeuwerik en Kokmeeuw. Dan zien we dat deze soorten inplaats van algemener te worden, in veel gevallen juist sterk afnemen. Ook wat de vlinders betreft lijkt deze conclusie niet op te gaan. Zo was het Hooibeestje tot 1990 een zeer algemene soort, die zogezegd weinig eisen stelde aan zijn biotoop, maar na 1990 klapte de stand in elkaar en verloopt het herstel uiterst traag. De Kleine vos, die toch doorgaat voor de meest algemene tuinvlinder, is de laatste jaren op veel plaatsen een schaarse soort. Ook andersom zijn er wel voorbeelden te noemen van voorheen schaarse soorten die meer algemeen zijn geworden, al is dat op het gebied van dagvlinders lastiger dan bij de vogels. De jaarlijkse verschillen vanwege de weersomstandigheden zijn bij vlinders vaak dermate groot, dat structurele toe- of afname pas over een reeks van jaren kan worden vastgesteld. Op de vraag: hoe het met de vlinders in onze woord te geven-door mij althans. Naast een aan- regio in 1999 was gesteld, valt moeilijk een ant- tal algemene trends, veelal als gevolg van de weer- 59

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 5