Op stap De laatste ronde...? met Gerard Ouweneel Een Zeearend vliegt langs de noordoever van het Hollandsch Diep.met aan de overkant het complex van Shell Moerdijk. Folo: Gerard Ouweneel. Hoe vaak had hij de dijk afgelopen? Driehonderd maal? Vierhonderd? Vijfhonderd? Ruim veer tig jaar geleden voor het eerst. Ook op zo'n grauwe middag, laat in het najaar. Vanaf de Hoogezandsche Haven of eendenkooi richting Weitje van De Koning. Met daarachter de Buttervlietpolder en de griendcomplexen Schiedam, Scheveningen en Den Haag, namen waarnaar het tevergeefs zoeken is op topografische kaarten, maar die ouderen die bekend zijn met deze stille oeverstrook langs het Hollandsch Diep direct kunnen plaatsen. Hij liep hier in alle stemmingen. Meestal genietend, speurend, waarnemend, tellend. Soms in gedachten, wanneer voor het overdenken en oplossen van problemen eenzaamheid, stilte en ruimte nodig waren. Veel blééf in die bijna halve eeuw. Altijd was er dat oude, scheefhangende houten hek. halverwe ge het karrespoor, onderaan buitenzijde dijk. Bij het Weitje bleven die beide hoge, wijd uitgegroei de peppels. Nog altijd ook staan er die kleine bun kers, neergezet tijdens de mobilisatie van 1939. En dan, binnendijks, de wijde lege ruimte van de Hoogezandsche Polder. Met ook nu, als bij die eerste keer in 1956. uit de lichte nevel het stemge luid van Grauwe Ganzen.op weg naar hun winter kwartieren traditiegetrouw hier neergestreken. Veel veranderde. Er kwamen windturbines. Aan de overzijde van de rivier die chemische fa briek. Op de rivier zelf veel meer schepen. De griendcultuur liep af, waardoor de voorheen lage wilgen uitgroeiden tot bossen. Het landschap werd kleinschaliger, het raakte zijn ruimte en leegte kwijt. Bovenal veranderden de Hooge zandsche Gorzen.de buitengronden.die door het wegvallen van het jagende tij. hun dynamiek prijs gaven. De daar vóór 1970 bij laagwater liggende tot honderden meters brede strook van slikken. 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 3