DeFuulisjaarlijks broedvogel in het Kaaskenswater. Foto: Henk Harmsen
deze plaats werden in het eerste jaar nog wandel
en fietspaden aangelegd.
De plot Algemene Begraafplaats heeft tot nu
toe nog geen verandering ondergaan en vertoont
dus veel meer nullen. Dat zal komend broedsei-
zoen voorbij zijn, helaas. Toch zijn er ook in dit
plot twee duidelijke "min"soorten; de Huismus
en de Vlaamse Gaai. Van de Huismus is bekend
dat de soort sterk aan het afnemen is. Dat kan van
de Gaai niet gezegd worden. Overigens is deze
fraaie kraaiachtige tijdens de broedperiode vrij
lastig vast te stellen. Hij kan best wel eens een jaar
tje gemist zijnHet was bijzonder om in de meeste
jaren zowel de Groene als de Grote Bonte Specht
in een betrekkelijk klein gebied tegelijk als broed
vogel aan te treffen. In 1997 lieten beide soorten
om mysterieuze redenen verstek gaan.
Kijken we naar nogenkele soorten die in allebei
de gebieden voorkomen dan zien we dat watervo
gels zoals Eenden. Meerkoet en Waterhoen het in
het Kaaskenswater goed doen. Maar ja. dat is voor
80% water. Het enige water dat bij de plot Alge
mene Begraafplaats hoort is een stukje Schouwse
Vaart, waarvan het eerste deel vlak achter stads
tuintjes langsgaat, en dus veel minder geschikt is
voor watervogels. Pas verderop is er een wat bre
dere rietvegetatie. Zo scoort de Kleine Karekiet
in beide plots toch een plusje. Opvallend is dat de
Zomertortel het in beide gebieden goed doet.
Landelijk gaat het slecht met de soort Deze trek
vogel heeft zich waarschijnlijk op veel plaatsen
laten verdringen door deTurkseTortel. Hier is dat
kennelijk nog niet het geval. Merkwaardig is ook
het grote aantal Tjiftjaffen dat er rond het Kaas
kenswater werd vastgesteld in 1999. Zou dit een
gevolg zijn van het steeds hoger worden van het
struweel rond de plot, of was er een grotere influx
van deze soort dit jaar? Tenslotte is er nog een op-
merkelijke soort die in de Kaaskenswalerplot
stand houdt: de Scholekster. Deze vogels broeden
allemaal op de platte daken van het Rode Kruis
Ziekenhuis,Cornelia Stichtingen een kantine op
Sportpark Bannink. Foerageergebieden zijn tot
nu toe Sportpark Bannink en het grasland rond
het Kaaskenswater en langs de Schouwse Dijk.
zolang het er rustig genoeg blijft.
Vijfjaar monitoring aan de rand van, en nu al
bijna in de stad leverde genoeg informatie op om
er enige conclusies aan te verbinden. Behalve
SOVON kunnen ook derden (ik denk aan de Ge
meente Schouwen-Duiveland en het Waterschap
de Zeeuwse Eilanden) daar wellicht wat mee
doen. Zolang beide plots interessant genoeg blij
ven om te inventariseren blijf ik dat zeker doen.
Over vijf jaar een volgend verslag?
Literatuur
Van Dijk A. J. el al, 1999, Broedvogel Monitoring Project, Jaar
verslag 1996-97. SOVON-monitoringsrapport 1999-03. SOVON,
Beek-Ubbergen
11